Berichten

Hoe ontstaat de narcistische persoonlijkheidsstoornis?

Niemand was goed genoeg voor Narcissus. De knappe jongeman uit de Griekse mythologie wilde zich aan geen enkele partner binden, maar werd verliefd op zijn eigen spiegelbeeld in het water. Aan de rand van een poel raakte hij zo in de ban van zijn eigen schoonheid, dat hij zijn evenbeeld probeerde te omarmen en uiteindelijk verdronk. In dezelfde mythologie werd nimf Echo verliefd op Narcissus. Zij bleef achter hem aanlopen hoewel hij haar liefde niet beantwoordde. Uiteindelijk bleef er niets van haar over, behalve de echo: de zwakke stem die blijft herhalen wat een ander zegt. Psychologen noemden de narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) naar de man uit deze mythe. Maar als we in deze mythe nimf Echo bestuderen zien we eigenlijk ook wat er met slachtoffers van narcisten gebeurt: er blijft niets van ze over.

Vandaag de dag weten we nog steeds niet precies hoe de aandoening ontstaat. Wel weet men vrijwel zeker dat de oorsprong ligt in een combinatie van nature (erfelijkheid) en nurture (de opvoeding, met name het hechtingsproces). Wat we dankzij neuropsychologisch onderzoek ondertussen wel weten is dat de verhouding tussen denken en voelen bij mensen met NPS uit balans is. Hierbij valt vooral het gevoelstekort en het gebrek aan het zich kunnen inleven in anderen (empathie) op. Er zijn geen medicijnen voor en zeer zelden slaat therapie aan. Als deze al aanslaat betekent dat niet genezing maar een bewustwording van het narcistische gedrag en het aanleren van ander gedrag. Maar deze resultaten worden wereldwijd maar weinig behaald. In eerste plaats omdat de meesten narcisten zelf niet ervaren dat ze een probleem hebben; anderen zijn altijd het probleem.

Aanleg voor iets hebben, erfelijkheid of nature, betekent niet dat je ook daadwerkelijk de stoornis krijgt. Ik vergelijk het vaak met de aanleg voor hooikoorts hebben. Als je met de aanleg voor hooikoorts geboren wordt en je groeit op in de woestijn zal je naar alle waarschijnlijkheid geen hooikoorts krijgen. Groei je echter op in een pollenrijke omgeving ontwikkel je vrijwel zeker hooikoorts. Iemand met de aanleg voor NPS die een veilige hechting met zijn/haar ouders ervaart, voldoende aandacht en liefde krijgt zal naar alle waarschijnlijkheid ook geen NPS ontwikkelen. Gaat het echter mis op het gebied van veilige hechting en/of aandacht en liefde dan is de kans dat iemand NPS ontwikkelt veel groter.

In de kinderjaren worden in de hersenen als het ware de ‘emotionele bedrading’ aangelegd voor het aangaan van relaties met anderen. In de jeugd heeft een kind behoefte aan veilige gehechtheid maar ook aan zelfstandigheid en hierin moeten ouders op basis van de leeftijd van het kind telkens weer een gezonde balans zien te vinden. Aan de behoefte aan veilige hechting wordt niet voldaan als het kind ervaart dat het er niet van op aan kan dat er iemand voor hem/haar is als het honger heeft, bang of op een andere manier kwetsbaar is.Het kind kan dan het vertrouwen in anderen verliezen en het gevoel ontwikkelen dat hij/zij kennelijk niet de moeite waard is.

Als de behoefte aan zelfstandigheid wordt tegengewerkt doordat ouders het opgroeiende kind niet voor zichzelf laten denken handelen kan het kind hierdoor het vertrouwen in zichzelf verliezen. Een kind wat op beide gebieden tekort is gekomen leert niet hoe het met onzekerheid, angst, gevoelens van onvermogen, woede en wantrouwen om moet gaan. Dan kan het kind zichzelf gaan beschermen door zichzelf te gaan overschreeuwen door anderen klein te maken. Het kind zegt dan als het ware: ‘ik ben meer waard dan jullie’ om zichzelf te beschermen. Dat wil echter niet zeggen dat het kind dit ook echt gelooft. Het is een beschermingsmechanisme waar een heel laag gevoel van eigenwaarde onder ligt wat gevoelens van leegte, angst en depressiviteit teweegbrengt. Dit is echter zo bedreigend dat een narcist dit uit de weg gaat door zichzelf als het ware ‘op te blazen’: groter te maken dan dat hij/zij in werkelijkheid is.

Waarom de één zich tot een narcist ontwikkelt en de andere in vergelijkbare omstandigheden niet, is onbekend maar zal ongetwijfeld met erfelijke factoren (nature) te maken hebben. Feit is dat als narcistische zelfverheerlijking als beschermingsmechanisme eenmaal ontwikkeld is dat het, het (volwassen) kind veel energie kost om dit in stand te houden. De narcist moet constant alert zijn dat een ander hem/haar op welk gebied dan ook niet voorbijstreeft en als dat wel gebeurt die ander snel zo klein mogelijk en zichzelf zo groot mogelijk maken. Hierdoor is er te weinig energie over om zich te verplaatsen in hoe anderen zich voelen, maar ook in hoe ze zichzelf voelen. Narcisten hebben onvoldoende geleerd om met emoties om te gaan. Omdat ze eigenlijk het gevoel hebben niet oké te zijn, investeren ze veel energie in het creëren van een ideale persoonlijkheid naar de buitenwereld zodat anderen niet zien dat ze zich niet oké over zichzelf voelen.

De narcist zelf heeft over het algemeen weinig last van zijn aandoening, ze staan zichzelf niet toe contact te maken met hun negatieve zelfbeeld. Het zichzelf overwaarderen is te belangrijk. Ze schermen zich hiermee af voor emoties van anderen en zichzelf waardoor ze zonder gewetenswroeging kunnen liegen, manipuleren kwetsen en over kunnen gaan tot fysieke en/of verbale mishandeling. Hun omgeving lijdt meestal het meest onder hun gedrag.

Besef dat NPS een ernstige aandoening is. We hebben allemaal wel narcistische trekjes maar dat maakt je nog geen narcist in de zin van de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Het woord ‘narcist’ wordt mijns inziens dan ook te vaak ‘zo maar’ gebruikt. Mocht je meer achtergrondinformatie willen luister dan eens naar de podcast die ik opnam over hoe je narcisme herkent (aflevering 1).

Liefs,

Annemarie

PS Wist je al dat mijn boek “Monddood – Aan een narcist ontsnapt’ is verschenen?

Corona Compassie

Corona Compassie

Jij die dagelijks leeft met grote angsten, ik zie je. Je zit in mijn spreekkamer meermaals per week. Zonder Corona was je leven al zo zwaar. Nu vrijwel ondoenlijk. De grote angst voor bacteriën, dat je geliefden iets overkomt of dat je op wat voor manier de controle verliest was er al. Maar nu groeit de angst nog groter. Natuurlijk weet je hoofd dat je angsten niet realistisch zijn dat hoeft een ander je niet te vertellen. Maar je hart is zo bang. Nu ga je naar 3 verschillende supermarkten om te hamsteren uit angst voor de oordelen van anderen of durft nergens meer naar toe.

Jij die elke dag het zwarte gat van depressie in moet kijken: ook jou zie ik meermaals per week. Zonder Corona leek de wereld al zo zwart maar nu de tv, radio, krant en social media constant ramp berichten afvuren lijkt alles nog zwarter. Natuurlijk weet je hoofd dat er ook mooie dingen in het leven gebeuren dat hoeft niemand je in te wrijven. Maar je hart kan er gewoon niet bij. Nu sluit je nog meer af en isoleer je je nog meer.

Jij die worstelt met burn-out en volledig opgebrand is, altijd te veel van zichzelf geeist heeft: wekelijks werken we aan het jezelf niet veroordelen omdat je collega’s nu jouw werk moeten doen. Zonder Corona was dit al zo moeilijk maar nu iedereen die een actieve rol heeft in het de maatschappij overeind houden overvraagd wordt vreet het schuldgevoel je haast op.

Jij, kwetsbare oudere, die dagelijks worstelt met de eenzaamheid. Je bent zo dankbaar voor de gesprekken die we wekelijks hebben dat het me telkens ontroert. Zonder Corona was de eenzaamheid al zo groot. Nu word je beschermd door zo weinig mogelijk contact met anderen. Je hoofd weet dat dat voor je gezondheid is maar je hart is zo leeg.

We zijn zo snel met onze oordelen over hamsteren, angstig zijn, het niet licht en positief in kunnen zien, niet kunnen bijdragen in het werk of het toch contact op zoeken terwijl dit afgeraden wordt.

Als we dan elkaars handen niet meer mogen vasthouden kunnen we dan alsjeblieft onze handen op ons eigen hart leggen en tegen de ander zeggen: ik zie je. Ik zie je angst, je worsteling en je pijn. Je mag er zijn. Compassie maakt alles net wat lichter.

Liefs,

Annemarie Braun

De moed vinden om alles in liefde te omarmen

Soms kijk je even recht in de spiegel van je eigen valkuil en is het niet makkelijk om de moed te vinden om alles in liefde te omarmen. Als psychodynamisch therapeut heb ik mij gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met dezelfde valkuil als waar ik zelf mee worstel in het leven. Dit werkt heel goed. Cliënten voelen direct aan dat je ze niet alleen begrijpt maar ook écht weet waar ze het over hebben.

Mijn doelgroep zijn harde werkers; mensen die als krachtig en sterk gezien worden door de buitenwereld. Ze zijn “nodig” en hebben hun identiteit hieraan ontleend. Maar tegelijkertijd voelen ze zich leeg, eenzaam en moe van al dat sterk en nodig zijn en harde werken maar kunnen hier niet mee naar buiten treden. Ze weten niet meer wie ze diep van binnen zijn zonder al dat harde werken, sterk, nodig en krachtig zijn. Ik ben een zelfbenoemde ONT-moet specialist. Wat ik daarmee bedoel is dat ik je leer om niet meer vanuit “moeten” te leven. Door te ONT-moeten, ontmoet jezelf weer; kom je weer in contact met wie jij werkelijk bent voorbij dat stuk nodig zijn en is er weer ruimte voor jou.

De weg die ik hier zelf in gevonden heb is niet gladjes en zonder mijn valkuil. Want terwijl de maand maart tot Endometriose Awareness maand is uitgeroepen betekent deze maand voor mij dat ik in afwachting ben van mijn vierde endometriose operatie begin april. Ditmaal een behoorlijke complexe en grote operatie waarbij mijn baarmoeder en een stukje van mijn darm verwijderd worden en endometriose weefsel van o.a. urineleiders en darmwand afgehaald worden. Met een verblijf van een week in het ziekenhuis en een totaal herstel van 3 maanden. (Als je niet weet wat endometriose is, kan ik het niet laten om je in deze Endometriose Awareness maand te verwijzen naar: http://endometriose.nl/)

En met “mijn harde werker valkuil” is dit een worsteling waar ik veel van leer. Het leven met deze chronische aandoening is sowieso één groot leerproces voor me. Want omgaan met een aandoening die zo ontzettend veel van je tijd, levensvreugde, energie en aandacht kost roept behoorlijk wat op.

Innerlijk voel ik angst en onzekerheid. Regelmatig (2/3 van de maand heb ik intense pijn) zou ik het liefst als een klein meisje op schoot gaan zitten en iemand me laten vertellen dat alles goed komt. Echter dit komt niet overeen met het beeld wat ik ooit van mezelf gecreëerd heb. Ooit heb ik mezelf verteld dat ik weliswaar fysiek klein ben met mijn krappe 1.60m maar dat ik innerlijk groot en sterk ben. Zeuren en klagen over pijn en angst hoort niet bij het beeld dat ik heb van mezelf. Laat staan het vragen om hulp en steun. Dat betekent dus dat ik mijn aandoening grotendeels verberg.

Boos ben ik vaak op mijn lijf dat het me zo in de steek laat. Vreselijk dat mijn buik zo vaak zo gezwollen is dat het in de weg zit bij het geven van yoga lessen geven of mijn eigen beoefening. En ja, ik schaam me ook regelmatig voor die “4 maanden zwanger buik” en probeer hem te verbergen onder losse shirtjes. Maar voor mij nog belangrijker: door de endometriose voel ik me minder sterk. Mijn lijf maakt me onzeker omdat endometriose zo grillig is. Binnen enkele minuten kan ik ineens krom lopen van de pijn en met heftige darmproblemen kampen. Gewoon zo maar, zonder aanleiding. Het feit dat het ieder moment wel of niet kan gebeuren brengt ook dagelijkse onzekerheid mee.

Het voelt ook oneerlijk. Als echte harde werker ben ik zeer gedisciplineerd als het om mijn lichamelijke en geestelijke gezondheid gaat: ik eet en leef zeer gezond en bewust. Maar (en let op hier komt “mijn harde werker valkuil”) endometriose laat zich niet beheersen. Zelfs eten is een opgave geworden. Omdat mijn darmen door de endometriose zo gevoelig zijn geworden en op alles reageren eet ik “raar”; zo min mogelijk belastend. Als mensen erachter komen hoe ik eet is er altijd commentaar en advies. Dus verberg ik voor velen ook mijn “rare” eetpatroon en voel ik me bezwaard om buiten de deur te moeten vragen om aanpassingen. Voor “mijn valkuil” voelt het dan alsof ik zwak ben en aandacht vraag.

Als het om mijn werkzame leven gaat ben ik met “mijn harde werker valkuil” aan de ene kant gezegend om “eigen baas” te zijn en aan de andere kant “vervloekt”. Want ik heb het geluk te kunnen doen waar mijn hart blij van wordt en kan mijn eigen tijden bepalen. Zo kan ik mijn werkzaamheden om mijn ziekte heen plannen dacht ik (en dus ook stiekem ook: verbergen dat ik “ziek” ben). Maar dat blijkt heel lastig met endometriose omdat het zo grillig is. Meestal weet ik niet wanneer “het” opspeelt en dus wel of niet bepaalde zaken ook écht aankan. En een sessie afzeggen of een les laten vervallen? Grote uitdaging voor mijn “harde werkers” valkuil. Dat doe ik maar zelden.

Yogaleden en cliënten blijven klanten en die betalen mij niet om lastiggevallen te worden met mijn problematiek. Ik ben er voor hen: om ze te laten ontspannen, zich weer goed in hun vel te laten voelen en te laten ONT-moeten. Alle keren dat ik hoorde dat er weer een operatie of onderzoek noodzakelijk was, is mijn eerste gedachte geweest: “maar hoe moet dat dan met mijn werk?”. Harde werkers vind je overal van huisman/vrouw tot topondernemer/manager maar één ding hebben ze gemeen: ze zijn in de ogen van anderen groot en sterk, je kunt op ze leunen en ze lossen altijd alle problemen op.

Dus pas als ik “gezorgd” heb voor mijn klanten door vervanging te regelen etc. kan ik voelen wat het met mij doet. Maar als ik dan alles zakelijk ondervangen heb, is het heel spannend om aan mijn “klanten” te vertellen dat ik er zelf een periode niet ben. Mensen hechten zich nu eenmaal aan iemand bij wie ze even helemaal zichzelf kunnen zijn tijdens een les of sessie. Dat begrijp ik ook echt. Maar mijn angst dat klanten wegblijven, hoe goed en ervaren mijn vervangers ook zijn, is groot. Dat het gebeurt, weet ik vanuit mijn vorige ervaringen. Dat kan ik niet voorkomen en dat maakt mij kwetsbaar.

Dus hoe doe ik dat omgaan met “mijn harde werker valkuil”?. Het klinkt heel simpel maar is voor mij een dagelijkse oefening: door mezelf te (h)erkennen en simpelweg aanwezig te zijn bij wat er is en wat er niet is. Mezelf toe te staan al het bovenstaande wat ik dagelijks voel te mogen voelen en het daarmee aan mijzelf te laten zien en soms ook aan anderen. Mezelf gunnen dat ik er volledig mag zijn zoals ik ben en zoals ik niet ben. Dit blog is daar een goed voorbeeld van. Heel spannend en kwetsbaar en toch helpt het enorm om echt bij mezelf te blijven, eerlijk te zijn, te mogen voelen en me te laten zien. Het haalt de eenzaamheid en de leegte eruit. Het maakt dat ik weer heb kunnen ontdekken wie ik ben voorbij dat stuk nodig zijn. Ik ben zoveel meer dan groot, sterk en nodig. Mijn bestaansrecht hoef ik niet langer uit te ontlenen uit “mijn harde werker valkuil”. Het niet meer te hoeven overleven in plaats van écht te leven is een enorme bevrijding.

Het maakt ook het contact met anderen anders. Want waar ik achter ben gekomen is dat het weliswaar lijkt alsof deze “harde werker valkuil” ontzettend fijn voor anderen is, is dat niet altijd het geval. Het maakt relaties ongelijkwaardig. Anderen hebben het gevoel altijd bij jou aan te kunnen kloppen maar er nooit eens voor jou te kunnen zijn. Op den duur gaat dat wringen. Het lijkt bij jou altijd zo makkelijk en soepel te verlopen terwijl zij dagelijks de strijd met het leven aangaan. Dat dit niet de realiteit is, weten ze niet. Dat jij vaak thuis achter de gesloten gordijnen je leeg, moe en eenzaam voelt en geen idee hebt wie je nu werkelijk bent, blijft buiten schot. Dat creëert op termijn afstand in relaties en vriendschappen. Natuurlijk zijn er ook mensen die het wel prima vinden zo. Maar dat zijn geen vrienden; dat zijn “gebruikers”. Die zullen inderdaad uit je leven verdwijnen. Wat een opluchting en energie geeft dat!

Overigens maakt mijn nieuwe manier van omgaan met mijn valkuil mijn angst voor de komende operatie niet minder. Een endometriose operatie is erg onvoorspelbaar. Omdat endometriose niet zichtbaar is op een echo en maar moeilijk op een MRI weten de gynaecoloog en chirurg pas echt wat er moet gebeuren als ze aan het opereren zijn. Mijn vorige operatie zou oorspronkelijk een kwartier duren maar duurde uiteindelijk 3,5 uur. Ze vonden ongelooflijk veel endometriose weefsel wat niet vooraf zichtbaar was geweest en bovendien waren ook mijn beide eileiders en 1,5 eierstok verwijderd omdat ook die “besmet” bleken tijdens de operatie. Voor mij een hele andere operatie en herstel dan ik verwacht had. Dus ik weet dat ik nu niet weet hoe ik wakker word en hoe mijn herstel verloopt, dat zal ik echt moeten afwachten en dat vind ik super eng en maakt me kwetsbaar.

Maar ik omarm mijn kwetsbaarheid, angst, boosheid en onzekerheid inmiddels in liefde. Dat maakt het lijden echt zachter. Het betekent voor mij overigens niet dat ik de endometriose als een cadeau zie waardoor ik nu beter in het leven sta. Het mag wat mij betreft zijn zoals het is: een rot aandoening. Het is simpelweg zoals het is en ik hoef het niet als cadeau te ervaren om mezelf te zien en erkennen.

Ben jij ook zo’n harde werker? Hoe ga jij er mee om? Ik zou het super moedig van je vinden om dit met me te delen. Of het nu hieronder in een reactie is of in een persoonlijk berichtje. Delen helpt, dus gun het jezelf.

Deed dit blog iets met jou?  mag ik dan vragen dit blog te delen? Door te delen kun je misschien nog iemand bereiken die wat aan dit blog heeft. Alvast mijn dank.

Liefs, Annemarie (lees hier meer over mij)

Ik eindig met een stukje van Jeff Foster:

 Genezen, vertrouw op het proces

Soms moet je toelaten dat je je slechter voelt om je beter te kunnen voelen. Soms moet je de hoop verliezen dat je ooit nog beter wordt; dan begin je je beter te voelen. Soms vraagt genezing erom heel alert te blijven als krachtige energiegolven door je lichaam gaan. Soms schudt het lichaam, schokt het, rilt het, doet het pijn, zweet het, brandt het terwijl het zich bevrijdt van giftige stoffen of opgekropte spanningen loslaat.

  Het denken zegt: “Het gaat slechter met me” Het hart weet dat het helemaal goed zit.

Werkelijk genezen is niet het verwijderen van symptomen die aan de oppervlakte zijn gekomen, maar moed en vertrouwen in het lichaam en verbinding met de ademhaling en weten dat symptomen heviger kunnen worden voordat ze verdwijnen. En het kan zijn dat ze nooit verdwijnen.

Toch kun je dan nog steeds verliefd op jezelf worden zoals je bent, ondanks de toekomst en kun je op je knieën vallen uit dankbaarheid omdat je weer een dag gekregen hebt op de kostbare aarde.

  Misschien was het feit dat je je slechter ging voelen wel het beste wat je ooit is overkomen. Want nooit heb je de aanwezigheid van de liefde zo helder gevoeld en is je weg zo duidelijk geweest en heb je je zo levend gevoeld.

Het is jouw schuld!

Waarom is de schuldvraag toch zo belangrijk voor ons?

Afgelopen week had ik een ontzettend fijn en inspirerend gesprek met een geweldig leuke jonge vrouw. Ze vroeg me: “Annemarie, hoe komt dat nou dat mensen zo graag iemand de schuld van iets willen geven?”. Deze vraag kwam naar aanleiding van een vreselijk ongeluk nog niet zo lang geleden in de omgeving waar wij beiden wonen. Nu bleek dat in dit geval de schuld lag bij een machine. Maar het was een groot onderwerp van gesprek geweest in onze omgeving.

De politie was expres zo snel mogelijk naar buiten gekomen met het feit dat dit vreselijke ongeval toch echt door de machine en niet door een persoon kwam. Het leek wel of iedereen het nog belangrijker vond te benadrukken dat het niet de schuld was van een persoon verwikkeld in het ongeluk, dan hoe verdrietig de hele situatie was voor alle betrokkenen.

“Want we maken toch allemaal fouten?” vroeg ze verder. Ik vertelde haar dat dit inderdaad het geval is. Op dagelijkse basis maken we allemaal “fouten”, zijn we verminderd alert, doen we iets wat eigenlijk niet mag of trappen we in paniek op het gaspedaal in plaats van op de rem. Dat doen we allemaal, dat maakt ons mens. Het is ook over het algemeen geen probleem. Totdat onze verminderde alertheid, fout, paniek of iets wat niet mag desastreuze gevolgen heeft. Als iemand of meerdere personen het leven er door verliest, de fysieke of geestelijke gezondheid van een ander er onder lijdt, de ander of jijzelf op wat voor manier ook grote schade lijdt dan komt er ineens een grote “zoek de boef” hetze op gang.

We lijken dan massaal vergeten te zijn dat we allemaal wel eens een auto in het verkeer niet zien, ons rot schrikken omdat er ineens een kind de weg op komt rennen, dat we even afgeleid zijn, de verkeerde knop indrukken of per ongeluk iets doen of zeggen wat die ander enorm raakt. Dat wij echter op die momenten gewoon stomweg geluk hebben omdat het geen desastreuze gevolgen heeft.

Ik heb het hier niet over bewust onverantwoord gedrag. Maar over die “oeps momenten”. De gevolgen kunnen groot zijn en je moet er de rest van je leven mee leren leven. Maar het gebeurt ons allemaal. Niemand uitgezonderd. En toch, als het een ander gebeurt en het gevolg is desastreus dan voelen we ineens een enorme behoefte om met onze vinger te gaan wijzen. Het is jouw schuld. Hoe kun je nou zo dom zijn. Dat doe je toch niet. Lees alleen maar eens de afschuwelijke reacties op sommigen nieuwsberichten. Zo ben je als je even niet oplet op z’n minst een ongeschikte moeder/vader/mens en dan druk ik het nog heel subtiel uit. Internet gebruikers gebruiken vaak hele andere taal en uiten zelfs de vreselijkste verwensingen.

De reden waarom we dit doen, vertelde ik de jonge vrouw, is om weer het gevoel te krijgen dat we controle hebben over het leven. Het moeilijkste in het leven is om te accepteren dat we allen sterfelijk zijn en we absoluut geen enkele controle hebben. Iedere controle die we denken te hebben is totaal gefingeerd. Dat is moeilijk om te accepteren. Het is moeilijk om te accepteren dat diegenen die wij het meest liefhebben in dit leven ineens van ons weggerukt kunnen worden, dat we en onze geliefden ernstig ziek kunnen worden, dat we werkeloos worden of er alleen voor kunnen komen te staan. Als we werkelijk onder ogen moeten zien dat ons dat iedere dag, de gehele dag door “zo maar” iets vreselijks kan gebeuren is dat haast niet te verteren. Daarom geven we graag iemand of iets de schuld. Dan hebben we zogenaamd de controle terug, dat kan het ons niet gebeuren. Want wij maken dat soort fouten niet, toch?

Maar die overtuiging brengt ook (faal)angst met zich mee en stress en een hang naar perfectionisme. Alles goed doen want dat gaat het niet fout. Dat maakt dat we in een soort kramp kunnen leven. Het kan zelfs zo ver gaan dat het je hele leven beheerst. De angst dat je kinderen iets overkomt, je partner, jezelf of naasten. Dat maakt het leven allesbehalve leuk. Het allermoeilijkste in het leven bevrijdt ons het meest: ACCEPTATIE. Accepteren dat je feilbaar bent, kwetsbaar bent en geen enkele controle hebt anders dan hoe je op situaties reageert. En zelfs dat is lastig als je intens veel pijn hebt, in paniek bent of gewoon moe. Wellicht nog lastiger is het om te accepteren dat anderen net zo feilbaar zijn als jijzelf. Dat de één niet minder fouten maakt dan de ander. Maar dat sommigen van ons de ongelooflijke dikke pech hebben dat het desastreus afloopt.

Hoe mooi zou het zijn als we ook compassie konden voelen voor hen die net als wij dagelijks even niet alert zijn, in paniek raken, afgeleid zijn en daar een ongelooflijk afschuwelijke prijs voor moeten betalen? Een die ze de rest van hun leven bij zich dragen. Als we daar compassie voor kunnen voelen, kunnen we dat ook naar onszelf. Volgens mij is er geen groter geschenk dan dat.

 

Veel liefs, Annemarie

Annemarie Braun is psychodynamisch therapeut, coach en yogadocent. Meer over Annemarie? Klik hier

 

De slakkentuin

De slakkentuin

Mensen die mij kennen denken bij deze titel: “Huh tuin, slakken. Je heb nog nooit iets met tuinieren gehad”. Klopt als een bus. Ik hou van de natuur, ik ben er graag en kijk er vol verwondering naar maar heb nog nooit de behoefte gevoeld om groene vingers te kweken. Daarnaast heb ik al de kriebels als ik aan spinnen en slakken en andere medebewoners van onze tuin denk. Deze hebben (hadden) dan ook een uitstekend en vredig leven in onze tuin want ik ging er met een boog om heen en dacht: “leven en laten leven”.

Onze voor- en achtertuin zijn dan ook gezellig betegeld en heeft leuke zitjes (want in de tuin zitten doe ik dan weer wel graag). En er is toch ook nog veel groen. Er is geen schutting te zien want volledig begroeid met mooie klimop en de schuur is vrijwel volledig bedekt met een andere mooie klimop die ik altijd uitscheld voor clematis omdat ik niet weet hoe het ding echt heet. Maar deze klimop geeft ons erg mooie bloemen. Verder hebben we veel leuke perkjes met redelijk onderhoudsvrije bloemige struiken. Ik ben gek op de hortensia’s, de rododendrons (ja die wist ik dan weer wel) en de olijfboompjes in de potten. Maar nee, ik doe er niks mee. Zo’n 4x per jaar krijgt manlief een “tuin bui” en snoeit en knipt en plukt hij alles weer op z’n plek.foto slakkentuin

Maar goed ook in huize Braun ontstond er bij zoonlief een drang naar een moestuin. Bedankt grote blauwe supermarktketen! Een schattig kweekbakje in de vensterbank werd op enig moment een soort jungle en dit schijnt te betekenen dat deze biologische groenten in wording naar buiten moeten. Omdat manlief en ik (beiden gezegend met 2 linkerhanden) het niet zagen zitten om de tegels uit de tuin te graven kocht deze stoere mama een houten moestuinbak van 1m2 bij het lokale tuincentrum. De aardige meneer die zoonlief en mij hielp wist me te overtuigen dat er toch echt biologische moestuingrond etc. gekocht diende te worden. Kortom voor het bedrag wat ik moest afrekenen had ik toch aardig wat volledige verantwoorde biologische groenten gekweekt door professionals die er hun boterham mee moeten verdienen kunnen kopen. Maar hé alles voor de juiste educatie van en een gezamenlijk project met zoonlief.

Deze mama zette thuis zelf de postzegel moestuin in elkaar en deed alles precies zoals de aardige tuincentrum meneer had gezegd. Stevig klusje in je eentje want zoonlief kreeg erge buikpijn en verhuisde naar de bank. De buikpijn werd erger en er ontstond een blindedarmontsteking vermoeden. Dus met de aarde nog op mijn gezicht reed ik met zoonlief naar de eerste hulp alwaar alle schoolkinderen die van hun vakantie genoten massaal besloten hadden om op dat moment hun arm of sleutelbeen te breken, snijwonden of hersenschuddingen op te lopen. Vijf uur later, na wat pijnstilling van de aardige assistent arts verdween de “blindedarmontsteking” van zoonlief spontaan.

Dus terug naar huis waar ik trots het project postzegel moestuin aan man en zoonlief toonde. 3 dagen later kreeg ik wat bultjes op mijn onderarmen. 4 dagen later zat ik zelf bij de huisarts met een ernstige uiting van fytofotodermatitis (google het maar, ik had er ook nog nooit van gehoord maar wees gewaarschuwd zeer onsmakelijk en pijnlijk). Mijn natuurlijke “niet tuinieren aard” bleek gewoon mijn instinct te zijn: tuinieren is gewoon erg gevaarlijk voor mij. 10 dagen prednison in mijn lijf voor de biologische postzegel moestuin, heel gezond! Dit had een signaal voor me kunnen zijn dat dit nog wel eens een lastig projectje zou kunnen worden.

Maar wat manlief en ik niet hadden kunnen bedenken gebeurde: het lukte! Ons eigen postzegel moestuintje floreerde. En zo leerden we alledrie hoe broccoli groeit, wauw hoe cool is dat! De tomatenplanten waren in no time grote sterke planten en moesten met stokken ondersteund worden. De broccoli bladeren groeiden en groeiden. Rucola bleek gele bloemetjes te krijgen. De lente ui en prei kwamen goed op en regelmatig een kopje eigen gegroeide munt thee of krulpeterselie in het eten was geen enkel probleem. De voorraad vulde zichzelf steeds aan.

De zonnebloemen die we in een aparte pot hadden geplant groeiden en groeiden ook maar er kwam geen bloemen. Dus ik dacht ik zet ze nog meer in de zon (je snapt het al ik begon het hele gebeuren echt leuk te vinden). En terwijl ik besefte dat ik echt geen idee had of dat het juiste was om te doen voor de zonnebloemen filosofeerde ik er op los dat onze voorouders waarschijnlijk ook geen idee hadden wat ze met de planten en de bloemen moesten en ook maar wat aan rommelde tot het lukte ( ja die dingen kwamen toen nog niet met een leuk plastic blaadje waarop staat waar en wanneer je ze neer moet zetten etc.).

Kortom we (zoonlief en ik) vonden dat we goed en verantwoord bezig waren. Ik was echt een soort van in mijn nopjes. Het was leerzaam, verantwoord en bracht ons dichter bij de natuur. Ondanks mijn episode met die nare aandoening met die moeilijke naam ging ik zo af en toe (volledig gekleed en bedekt om te voorkomen dat ik weer last kreeg van die ellende) op onze m2 “tuinieren”. Wat eigenlijk meer inhield: de boel een beetje in goede banen leiden.

Totdat ik op een dag dacht: “wat liggen er toch veel bruine bladeren in mijn postzegeltje”. Yep, naaktslakken: 14 stuks op 1m2!!! In mijn totale naïviteit (lees angst om de beesten aan te raken) dacht ik: “ach die kleine beestjes, er is genoeg voor ons allemaal laat maar”. Resultaat: onze prachtige weelderige broccoli planten (waar net een heus baby broccolietje in gekomen was), de mooie rucola met de schattige gele bloemetjes, de krulpeterselie en de munt totaal weggevreten in nog geen 5 dagen! Alleen nog maar lege bruingroene steeltjes steken er uit de grond. Het is een triest gezicht. Wat ik geleerd heb? Slakken klimmen soms meters omhoog, eten waanzinnig veel, houden van broccoli maar niet zo van tomaten kennelijk. De tomaten zijn eigenlijk de enigen die er nog fantastisch trots en gezond bij staan. Gelukkig maar, ze moeten nog rijpen.

De slakken moesten dus aangepakt worden. En daar wringt nu net de schoen. Het is een biologisch moestuintje, dus écht geen bestrijdingsmiddelen (zijn die er überhaupt voor slakken?). Dus ze moeten eruit gehaald worden (lieve help). En toen ik die angst overwonnen had zat ik met het volgende dilemma. Waar breng ik ze dan naar toe? Door de WC spoelen zei de één. Ach…. wat zielig, nee dat kan het niet zijn. Zout erop gooien zei de ander, maar dan gaan ze toch dood? Nee dat kan ook niet. Dus breng ik (ja ik, die griezelt elke keer als ze heel voorzichtig het beestje met een schepje in een teiltje legt) ze een eind verderop in het plantsoen.

Maar ja: ten eerste heeft het geen zin. Ik weet niet wie ooit bedacht heeft dat slakken langzaam zijn maar als ik ze s’ ochtends naar het plantsoen (niet door het huis heen, zoals ik doe, toch zo’n 300m verderop) verhuisd heb liggen ze s’ avonds al weer in mijn snoezelige postzegeltje (ja het zijn echt dezelfde). Ten tweede roept ook dit ethische vragen bij me op waar ik niet uit kom. Want de plant is niet van mij/ons en dus moet ik hem eigenlijk delen met de slakken, toch? Hoe wel “delen” bij slakken toch een ander ding is. Ze vreten gewoon alles op, dus hoezo delen? En dus is het zielig voor de slakken als ik ze weghaal. Maar als ik het niet doe maken ze die mooie planten kapot, dat is zielig voor de planten. En ja, dat is het ook als wij ze voor onszelf houden en zelf opeten of niet? We doen het in ieder geval een stuk subtieler en dusdanig dat de plant het (hopelijk) overleeft.

En dan ga ik reflecteren. Ik zie mijn worsteling met de slakken weerspiegelt in mijn “please gedrag” buiten mijn postzegeltuintje. Iedereen gelukkig maken gaat echt niet, ervaar ik dagelijks. Dat vind ik regelmatig ook echt een worsteling. Ik hou zo van harmonie, liefde en geluk en zie mezelf graag omringd daarmee. Maar als dat mijn levensdoel moet zijn dan zal ik zelf nooit gelukkig zijn en kan ik het dus ook niet doorgeven. Je kunt het in het leven nooit 100% goed doen, dat is erg jammer voor de perfectionist in mij (die baalt daar stevig van) maar wel een waarheid als een koe. Kiezen voor geluk betekent dus soms ook een ander kwetsen zonder dat je die intentie hebt. Anders gaat ons innerlijke tuintje er net zo verdrietig uitzien als mijn postzegeltuintje nu. Leeg en kaalgevreten. Sorry slakken en voor hen die dit lot ten deel valt buiten mijn postzegeltje maar ik kies voor mijn eigen geluk. (overigens zijn dier/natuurvriendelijke anti-slakken tips nog steeds van harte welkom)

P.S. de zonnebloemen hebben nu toch eindelijk bloemknoppen, zie de foto!

Groeten vanuit de postzegel moestuin,

Annemarie

schaduwzijde

Mijn schaduwzijde

Jaren geleden tijdens mijn opleiding zei een docent: “ik geef nog geen 5 cent voor iemand die alleen maar aardig is”. En direct dacht ik; “ja dat is exact zoals ik het ervaar”. Niemand is alleen maar leuk, aardig, gezellig, sterk en altijd positief. Een ieder dat wel is, ken ik niet echt.

Een prachtige tekst uit de song: Beneath your beautiful van Labrinth en Emile Sandé die me elke keer raakt is: “Would you let me see beneath your beautiful.  Would you let me see beneath your perfect”. Onder ons “mooi” zitten nog zoveel zaken die we als onze schaduwzijde zien. Dingen die het daglicht niet kunnen of eigenlijk mogen verdragen.

Maar pas als ik jouw “schaduwzijde” mag zien, zie ik jou helemaal en word jij dus helemaal gezien. Mag je er helemaal zijn. Laat me jouw schaduwzijde zien dan weet ik wie je echt bent. Misschien is het je boosheid die je maar niet onder controle kunt krijgen, of een depressie die je zo ver naar beneden trekt dat je het licht met regelmaat niet meer ziet? Of is jouw verlangen naar plezier zo groot dat het een verslaving (welke dan ook) voedt?

Ik heb het gevoel dat ik mezelf niet echt kende voordat ik diep durfde te graven in mijn schaduwzijde en het oprecht en met compassie in de ogen kon kijken. Want ook ik heb een schaduwzijde. Achter mijn glimlach zit een serieuze, piekerende soms bezorgde kant. Die verlangt naar alleen zijn en stilte. Achter mijn aardige, vriendelijke, begripvolle kant zit verdriet, een gebroken hart en soms depressieve momenten en stress. Achter de rust die ik uitstraal en waar ik elke dag aan werk zit mijn liefde voor mooie dingen en een hang naar materialisme.

Het gaat er in dit leven niet om dat we onze schaduwzijde “wegpoetsen” en niet aan de buitenwereld laten zien. Want dat betekent dat een deel van jou er niet mag zijn, dat een deel van jou niet oké is. Maar dat ben jij ook. En wat een bevrijding als je er helemaal mag zijn. Wat een opluchting als je van jezelf als geheel mag houden. Zoals in dat andere prachtige nummer: “All of Me” van John Legend. Je schaduwzijde is er niet om ooit “vanaf te komen” maar om er vrienden mee te worden en het te accepteren als een deel van wie je bent. Ik ken mijn schaduwzijde, en jij?

Wat Yoga betreft, hier een korte serie op de plek waar ik helemaal mezelf kan zijn: het strand van Texel. In de video met het geluid van de zee en Beneath your Beautiful op de achtergrond!

Laat jezelf helemaal zien!

Annemarie

zeg maar niets

Ik zeg maar niets

Steeds vaker denk ik: “zeg maar niets”. Steeds vaker zeg ik: “denk maar niets”. Daarna ga ik stoeien met de gedachte of dit dan niet slap is dat ik niets denk en zeg. Het maakt dat ik steeds minder vaker “een mening heb” en dat is maatschappelijk gezien niet zo geaccepteerd. Waar ik het over heb? Over: Oordelen.

Nog niet zo lang geleden zag ik op Facebook de volgende uitspraak voorbij komen: “You know my name, but you don’t know my story”. Dit raakte me. Het is namelijk iets wat ik vaak in mijn leven ben tegengekomen. Mensen hebben vaak een oordeel over mij (gehad), een oordeel wat ze baseren over iets wat ze denken te zien. Er zijn periodes dat mijn leven hierdoor allerminst makkelijk te noemen is geweest. Wellicht is dat hetgeen waardoor oordelen voor mij steeds moeilijker wordt. Ik ken de andere kant van de medaille.

We doen het natuurlijk allemaal en vaak ook onbewust. We denken iets te zien bij een ander of in een situatie (let op ik gebruik hier bewust: we denken iets te zien) en hup dat moet in een hokje geplaatst worden. We zien bijvoorbeeld een gezette vrouw ongezond voedsel eten en denken: “ja, zo is het gekomen, daarom ben jij dik”. Dik vinden we dan niet goed of niet mooi of niet gezond of blijken van niet gedisciplineerd genoeg zijn en als we niet uitkijken, gaan we ook nog in veroordelen: “Eigen schuld dus!”

Waarom doen we dat? Want is dat wel zo? We kennen haar niet en wellicht eet de persoon in kwestie al haar hele leven gezond en staat ze zichzelf vandaag even iets ongezonds toe (doen we dat niet allemaal weleens?) of lijdt ze aan een ziekte of is het simpelweg iemands genetische bouw of wellicht is eten de enige troost in haar leven. Iemand dik vinden is ook al zoiets, want dat is erg relatief en subjectief. Objectief gezien kun je eigenlijk alleen maar zeggen dat één dikker of dunner is dan de ander en dat betekent verder niets.

We oordelen omdat het voor ons denken makkelijker is. We hebben bepaalde normen en waarden ooit opgedaan en als iets daar binnen valt dan past het in dat hokje. Maar we doen het ook vanwege de vergelijking met onszelf. Want als je je op een bepaald gebied niet zeker over jezelf voelt dan helpt het om anderen als slechter te zien. Het geeft ons even een beter gevoel over onszelf.

Ook mijn werk als therapeut maakt dat ik steeds minder vaak een mening heb. De verhalen van een cliënt zijn zo veel interessanter, belangrijker dan een oordeel. Het bijzondere aan mijn werk vind ik dat iedere cliënt een eigen verhaal, een eigen waarom heeft en dat ik daar naar mag luisteren. Mocht ik toch een oordeel over een cliënt hebben die bij me binnenkomt valt deze eigenlijk direct weg als ik zijn of haar verhaal hoor. Dat is precies wat mist bij een oordeel op het eerste gezicht. Het verhaal erachter. Als we dat niet kennen, dan kan ons hoofd er een verhaal van maken en er dus een oordeel over hebben.

ik zeg maar niets blog foto

Is het erg om een oordeel hebben? Dat kan inderdaad heel erg zijn. Mensen die vanuit een oordeel veroordeeld worden hebben het zwaar. Ze worden buiten de groep geplaatst en raken in een isolement. Als je weet dat “erbij horen” een primaire behoefte voor mensen is dan weet je ook dat er niet bij horen diep in iemands ziel raakt.

Kinderen uiten hun oordeel vaak sneller dan wij. We noemen dat dan pesten. Met alle social media van deze tijd kan dit heel grootschalig worden. Steeds meer schrijnende verhalen bereiken ons dan ook via de media. Maar ook die berichten die de media niet halen zijn schrijnend, want opgroeien in een sociaal isolement draag je de rest van je leven bij je. Het vernietigt je zelfbeeld. In mijn praktijk zie ik zo vaak volwassenen die als kind gepest zijn. Soms wel meer dan 30 jaar geleden en daar nog elke dag last van hebben. Alleen maar omdat anderen een oordeel hadden.

Maar ook wij als volwassenen kunnen er wat van. Wij uiten het wellicht niet altijd zo direct als kinderen. We houden het wellicht voor ons, maar wel bij ons. Want hoe klein het (voor-)oordeel ook is, het is een label dat je nu aan die persoon gegeven hebt. De volgende keer dat je die persoon ontmoet reageer je (onbewust) vanuit dit label en kom je zo nooit achter het verhaal van deze persoon en zal het contact zich dus ook nooit verdiepen.

Op internet zijn volwassenen vaak zelfs nog erger dan kinderen. Oordelen over bekende en onbekende mensen die (meestal ongevraagd) in het nieuws terecht komen zijn vaak zo beledigend en mensonterend dat ik al enige tijd de reacties op nieuwsberichten mijd. Zelfs “gewone” posts op social media kunnen hele sterke oordelen opleveren. Kennelijk maakt de anonimiteit van het internet dat mensen zich vrij voelen om anderen openlijk te veroordelen. Mijn gedachte is dan: niet reageren kost minder tijd en energie en laat de ander in zijn waarde.

En wat doet het feit dat we weten dat als wij oordelen over anderen hebben, zij die dus ook over ons hebben met ons? Oordelen waar we geen invloed op hebben, net zo min als de mensen waar wij oordelen over hebben invloed hebben op onze oordelen simpel en alleen omdat we het verhaal niet willen horen? Bij veel mensen zorgt dit er voor dat ze zichzelf niet meer durven zijn. Proberen te voldoen aan het beeld waarvan ze denken dat de ander graag wil zien. Jezelf openstellen en kwetsbaar zijn is net zo moeilijk als het niet (ver-)oordelen van anderen.

Oordelen is niet makkelijk af te leren, zeker niet omdat het vaak onbewust en zo snel gaat. Maar het is zeker niet onmogelijk. Het begint bij het oprecht geïnteresseerd raken in het verhaal achter de mens, diens verhaal aanhoren met een open mind en aanvullende vragen stellen. Dan kun je je eventueel (en uiteraard mag je daarbij ook je onderbuik gevoel , niet je hoofd, mee laten tellen) een mening vormen.

Máár vraag jezelf ook eens af waarom het eigenlijk zo nodig is om altijd een mening te hebben. Daarnaast: wees ook eens aardig voor jezelf. Laat oordelen over jezelf los. Wees wie je bent, niet wie je vindt dat je zou moeten zijn. Wees kwetsbaar, vertel jouw verhaal. Dat lucht op en maakt ruimte. Ruimte voor jou maar ook voor een ander en diens kwetsbaarheid en verhaal.

De Yogahouding de Duif, Eka Pada Rajakapotasana kan hier goed bij helpen. Fysiek opent de houding het bekken en de onderrug en stretch je het been en de bilpieren. Omdat het bekken in de Yoga wordt gezien als het huis van onze gevoelens helpt dit je mentaal om oude gevoelens en oordelen los te laten. Laat los en geniet van de ruimte die het je geeft!

Open mind, warm heart!

Annemarie

relatietherapie

Ik mis je zo!

De vakantie is weer in zicht en op sommigen plaatsen reeds begonnen. Mijn ervaring is dat tijdens en net na de vakantie (net als in januari overigens) het aantal relatietherapie aanvragen stijgt. Tijdens de vakantie, als we letterlijk dichter bij elkaar zijn voor een aantal dagen of weken, wordt de problematiek die er al is vaak uitvergroot en gaan stellen de noodzaak tot relatietherapie ervaren.

Mijn respect en waardering voor ieder stel dat relatietherapie aangaat is erg groot. Daarmee zeggen ze onbewust tegen elkaar: “Wat wij samen hebben is belangrijk voor me. Ook al gaat het nu niet goed ik ben bereid er voor te vechten”. Chapeau!

Veel mensen denken dat relatietherapie toch niets uithaalt en helaas is dat in veel gevallen zo. Meestal wordt tijdens relatietherapie gekeken hoe een stel met elkaar communiceert en hoe ze dat kunnen veranderen. Deze techniek werkt vaak prima als je op de bedrijfsvloer een team beter wilt laten samenwerken (hoewel er ook hier vaak meer speelt). Maar als binnen relatietherapie de diepgaande emoties die onder de communicatie liggen niet geadresseerd worden dan verandert er weinig en voel je je nog steeds in de kou staan. Anders met elkaar communiceren, zal hierdoor dan ook maar van korte duur zijn.

Koud van binnen voel ik me als ik naar ze kijk. Wat zou ik ze allebei graag een dikke knuffel geven en ze zeggen dat alles goed komt. Zoveel pijn, zoveel verdriet en zoveel eenzaamheid. De stellen die tegenover mij plaatsnamen in de afgelopen jaren waren ooit zo verliefd, hadden gepassioneerde seks, vertelden elkaar wat ze in elkaar bewonderde en knuffelden veel. Nu lijkt dit alles weg en lijkt er alleen nog maar pijn te zijn. Als ik ze zeg dat ik hun pijn zie en voel kijken ze mij en elkaar verbaasd aan. Ze lijken mij te zeggen: “heeft mijn partner ook zo’n pijn dan?”.

In de romantische liefde draait alles om hechting en emoties. Het gaat mis in relaties wanneer we ons niet meer veilig voelen bij die ander. Als onze geliefde niet langer de schuilplaats in ons leven is, omdat het lijkt dat die ander emotioneel niet meer beschikbaar is. Je wordt dan in het diepst van je ziel geraakt. Dan ontstaat er paniekvoetbal in de vorm van verwijten over en weer of het terugtrekken van één of beide partners.

Aan de buitenkant lijken ze alleen nog maar boos of afgesloten, maar hun pijn en vooral ook hun angst zijn bijna tastbaar. Hun uiterlijke boosheid en afgeslotenheid maakt de relatie nog onveiliger en versterkt de verwijdering. Stellen doen hun best om elkaars bedoelingen en narigheid te begrijpen, maar de woorden die ze kiezen gaan voorbij aan wat er werkelijk speelt. Waar het werkelijk om gaat is dat ze zich niet meer veilig voelen bij elkaar.

Wat ik zie is dat beide partners hetzelfde willen. Ze willen terug naar die veiligheid, die koestering die ze ooit voelden. Eigenlijk hoor ik ze roepen: “ik mis je zo!” en willen ze elkaar vragen: “kan ik nog op je rekenen en je vertrouwen? Ben je er voor mij, ben ik belangrijk voor je” en “heb je mij nog nodig en vertrouw je mij?”

Woede, kritiek, eisen of terugtrekken het zijn eigenlijk allemaal noodkreten naar die ander. Een roep om weer dichtbij te komen. Al die “gevaar” signalen maken wel dat ze allebei zó bang zijn dat de echte boodschap niet aankomt.

Vanaf dat moment wordt mijn doel de partners zich weer veilig bij elkaar te laten voelen, zodat zij zich opnieuw kunnen koesteren in elkaars liefde. Als we ons veilig voelen kunnen we beter omgaan met de onvermijdelijke wonden die onze partner onbedoeld veroorzaakt en hebben we minder de neiging om ons agressief en vijandig op te stellen als we pijn ervaren.

We ervaren allemaal wel een vorm van angst als we een meningsverschil of botsing hebben met diegene die zo belangrijk voor ons is. Als je je veilig voelt in de relatie is dat maar een tijdelijk dipje. Dan ebt de angst makkelijk weg omdat we beseffen dat er geen bedreiging is en onze partner ons gerust stelt als we daarom vragen. Hoe veiliger we ons bij elkaar voelen, hoe beter we op onszelf en onafhankelijk kunnen zijn.

Maar hoe reik je dan wel uit naar je partner als hij/zij zo ver weg of zo boos lijkt? Als ik ze vraag om mij over hun begintijd te vertellen, hoe ze elkaar ontmoetten en hoe ze verliefd werden komt er ineens weer zachtheid en liefde op hun gezichten. Ze zijn in gedachten allebei in een tijd waar ze zich heel goed en veilig bij elkaar voelden. Dan weet ik daar de reis terug begint naar elkaar. Hun harten mogen zich weer voor elkaar openen.

De Yoga “hart opener” Anahatasana (Anahata betekent onbeschadigd/ongekwetst) geeft je weer ruimte in het hart van je hart. Deze houding wordt ook wel het smeltende hart genoemd. Fysiek stretcht het de borst, schouders en rug en geeft ruimte aan je fysieke hart. In de video (met instructies dit keer) een korte hart openende serie.

Liefs, Annemarie