Berichten

Victim blaming, de schuld bij het slachtoffer neerleggen

Recentelijk las ik ‘Oud zeer’ van Bram Bakker. Een zeer dapper boek want in dit boek vertelt hij als voormalig psychiater over zijn eigen verhaal, zijn eigen ‘oud zeer’. Iets wat ons als professionals afgeleerd is. We worden niet geacht om met onze eigen problematiek naar buiten te treden. Doordat ik dit recent zelf ook gedaan heb met mijn eigen boek ‘Monddood’ weet ik hoe dapper het is om dat wel te doen. Maar ook hoe belangrijk.

Ik heb mij altijd afgevraagd hoe het voor cliënten moet zijn om hun kwetsbare levensverhaal neer te leggen bij ons als professionals die “moeten doen alsof” ze zelf geen problemen hebben (gehad). Het geeft naar mijn mening een cliënt veel te veel het idee dat het er met hem/haar iets mis is en dat deze “perfecte hulpverlener” dat wel even gaat oplossen. Ik ben het dan ook volledig eens met Bakker als hij stelt dat de professional niet het probleem oplost van een cliënt, maar dat de relatie tussen de cliënt en de professional voorop staat in het helingsproces. Als we het een ontmoeting tussen twee gelijkwaardige mensen kunnen laten zijn waarin de professional de veiligheid creëert voor de ander om diens pijn in de ogen te kijken kan ‘heling’ ontstaan. Niet als de professional op een voetstuk staat.

Terwijl het boek van Bakker niet specifiek over de narcistische persoonlijkheidsstoornis gaat kwam ik wel bij een stukje wat me raakt op dat gebied. Het gaat over co-dependency (mede-afhankelijkheid): een term die vanuit de verslavingshulpverlening (AA) komt maar zijn weg gevonden heeft daarbuiten. Het betekent zoveel als dat je je verslaafde naaste faciliteert waardoor diens verslaving in stand kan blijven.

Veel professionals maar ook ‘de gewone mens’ noemen slachtoffers van narcisten in mijn optiek onterecht co-dependenten. Ik snap wel dat het gedrag er aan de buitenkant wellicht voor onwetenden zo uitziet. Want ja, een slachtoffer van een narcist gaat vaak terug nadat hij/zij fysiek en/of geestelijk mishandeld is. Terwijl een onwetende omstander denkt: ‘ik zou allang weg zijn geweest’. Daarnaast durven de meeste slachtoffers niet meer voor zichzelf op te komen en schikken ze zich zoveel als ze kunnen naar de wensen van de narcist. Maar dit komt niet voort uit co-dependency. Dit is pure zelfbescherming; dit niet doen kan je zelfs je leven kosten. Weggaan bij een narcist doe je niet zomaar; de terreur die volgt als je die stap neemt is voor de meeste mensen niet eens te bevatten. Dagelijks leven met doodsangst zorgt ervoor dat je je aanpast en niet voor jezelf opkomt. Er ontstaat een traumaband: deze ontstaat uit een herhaalde cyclus van misbruik, devaluatie en positieve bekrachtiging wat maakt dat je jezelf verliest. Iets wat door de omgeving maar moeilijk te bevatten is. Een citaat wat ik al eerder aanhaalde van Herman uit ‘Trauma en herstel’ legt het goed uit: ‘Buitenstaanders die niet weten wat het is om langdurig in doodsnood te verkeren of geen inzicht hebben in dwangmethoden denken vaak dat zij in dezelfde omstandigheden meer moed zouden tonen en van meer verzet blijk zouden geven dan het slachtoffer. Vandaar dat men zo vaak geneigd is een verklaring voor het gedrag van het slachtoffer te zoeken in persoonlijkheidsdefecten of morele gebreken.’

Dus labelen we slachtoffers maar als zwak, er is iets mee mis en dan is co-dependency misschien een mooi labeltje om op te plakken.

Waarom maak ik me daar zo druk over? Omdat het ervoor zorgt dat slachtoffers zich (nog meer) gaan schamen waardoor ze nog meer geïsoleerd raken en dus een nog grotere prooi worden voor de narcist. Victim blaming is beschadigend en traumatiserend. Ook ik ontvang met regelmaat op mijn social media posts commentaar dat er toch wel iets mis met mij heeft moeten zijn dat ik in een dergelijke traumatische relatie terecht ben gekomen. Dat raakt me. Niet eens zo zeer voor mezelf. Ik heb het gelukkig allemaal kunnen verwerken en heb de afgelopen zeventien jaar zoveel kennis over dit onderwerp opgedaan dat ik inmiddels echt wel weet dat er niets mis is met mij en dat het niet mijn ‘schuld’ is. Maar mijn social media posts worden veel gelezen door slachtoffers. Die reageren vaak niet in het commentaar vanwege hun onveilige positie, maar wel in een persoonlijk bericht naar mij. Ze halen veel steun en (h)erkenning uit mijn posts en dat is ook precies wat ik wil bereiken met deze posts; een veilige omgeving creëren voor slachtoffers zodat ook zij een weg uit het trauma vinden.

Ik vind het dan ook vreselijk als mensen onder mijn posts slachtoffers alsnog veroordelen. Om die reden verwijder ik dit soort commentaar dan ook. Toch motiveert het me ook om juist dit soort posts, columns, blogs en podcasts te blijven maken. Want het laat zo duidelijk zien waarom narcisten nog steeds weg kunnen komen met hun giftige gedrag: er is nog steeds te weinig kennis waardoor slachtoffers niet gehoord, gezien en geholpen worden. Niet door de maatschappij, niet door (jeugd)hulpverlening en vaak niet (tijdig) door de politie.

Uiteindelijk zullen we deze slachtoffers verliezen. Zo lopen we in Nederland nog steeds achter als het gaat om femicide (vrouwenmoord door (ex)-partners). Maar het blijft niet beperkt tot fysieke mishandeling en eventueel de dood die hier opvolgt. Psychische mishandeling is minstens zo erg, ook dat kan leiden tot moord: zelfmoord of in ieder geval het vermoorden van iemands identiteit. Het herstel van een dergelijke traumatische relatie kan lang duren en je komt er zelden zonder littekens uit. Omdat ik begrijp dat niet iedereen mijn boek ‘Monddood’ zal lezen, zeker niet als je nog nooit met dit gegeven in je omgeving te maken hebt gehad blijf ik mijn kennis hierover verspreiden zoveel als ik kan. Want het is tijd om op te staan, niet langer monddood te zijn en alle slachtoffers een stem te geven zodat er zoveel mogelijk kennis komt in onze maatschappij en er hopelijk op termijn verder leed voorkomen kan worden.

Liefs,

Annemarie

P.S. Meer weten over mijn boek: ‘Monddood-aan een narcist ontsnapt’? Klik hier

Het schilderij van oma

Het schilderij van oma

Zeven maanden geleden had ze samen met haar man dit prachtige huis gekocht en vandaag was het zo ver; de overdracht van dit fantastische pand uit 1880, ooit een bankgebouw en door de jaren heen een woonhuis geworden.  De laatste 10 jaar zorgvuldig gerenoveerd door de laatste eigenaren. Al zeven maanden zag ze het voor haar; de langgerekte hal met originele granito vloeren die klonken als een glanzende zwarte concertvleugel, de ornamenten die als engelen het plafond sierden, de werkelijk schitterende glas-in-lood ramen die haar deden denken aan dat kleine kapelletje in Umbrië, ‘en suite’ deuren zoals vroeger bij haar oma thuis in Rotterdam, de diepzwarte schouwen waar ze de warmte die er vanaf gloeide als ze zouden branden al op haar blanke huid kon voelen, de prachtige oude gerenoveerde deuren die roken naar het bos na een regenbui en het absolute pronkstuk van het huis: de statige bordes-trap met de mooiste glas-in- lood ramen er boven die haar tijdens de eerste bezichtiging kriebels in haar buik hadden gegeven. Hier gingen haar gezin en zij het geluk vinden. In de tuin aan de Rijn zag ze haar immer vrolijke cockerspaniël dartelen.

Toch hadden de afgelopen 7 maanden haar ook iets anders gebracht; een hernieuwd verlangen naar een gestolen erfstuk. Ineens had ze zichzelf op marktplaats en veiling websites zien zoeken naar het schilderij wat ze meer dan 18 jaar geleden erfde van haar oma. Het donkere schilderij van de indrukwekkende Laurenskerk in Rotterdam. Als kind staarde ze met grote ogen naar dit schilderij wat boven de klassieke velours bank van haar oma hing. Ze rook de geur van doorgekookte aardappels en gestoofd vlees als ze terugdacht aan dit tafereel. Het schilderij intrigeerde haar alsof ze naar een psychologische thriller keek. Het was donker en groots als een crescendo muziekstuk. De witte pilaren en welvingen van de binnenkant van de kerk sprongen uit de donkere achtergrond en glas en lood ramen als een frisse bries op een te warme zomerdag. De grote zware gouden lijst die het geheel omlijstte wekte de indruk dat dit een heel belangrijk schilderij was.  Haar oma had haar zien staren en zei: hier ben ik met je opa getrouwd kind. De mysterieuze opa die ze nooit gekend had omdat hij overleed toen haar moeder pas vijftien jaar oud was. De opa waarover oma zulke mooie verhalen kon vertellen.

Opa die door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog was meegenomen toen hij eten van hen stal om zijn gezin te voeden. Met veel verve vertelde ze over hoe ze maanden zonder iets van hem te vernemen op hem wachtte en hem dood waande totdat hij op een dag ineens weer voor haar stond. Goede Duitsers, zei oma met opgeheven vinger en haar altijd doordringende blik met haar blauwgrijze ogen, waren er ook in de oorlog en die hadden opa gered door hem een boot te geven en zo was hij bij haar teruggekeerd. Jouw opa had Fries bloed en jij hebt zijn hoge jukbeenderen van hem geërfd zei ze tegen haar.

’s Avonds lag ze dan bij oma in haar krakende tweepersoonsbed en met haar kunstgebit uit fluisterde oma haar toe dat ze haar niet weer moest schoppen zoals ze eerder eens gedaan had in haar slaap. Zonder kunstgebit vond ze oma altijd een beetje eng dus nam ze zich voor om heel rustig te blijven liggen en zo lag ze te dagdromen over die mysterieuze dappere Friese opa. De volgende ochtend maakte oma dan witte boterhammen met basterdsuiker voor haar. Oma was slim en ook een beetje sluw oma wist hoe ze haar, als de slechte eter die ze was, aan het eten kon krijgen. De bruine basterdsuiker knisperde tussen haar tanden en zo kwam de zoete volle smaak vrij op haar tong, het wittebrood vermengde zich en smolt samen met de suiker tot een zanderige sensatie in haar mond. Niet tegen je moeder zeggen he?! zei oma dan met geheimzinnige glimlach maar met die onmiskenbare dwingende ogen. Om vervolgens als haar moeder haar kwam ophalen trots te zeggen dat ze wel twee boterhammen had gegeten die ochtend. Ze hield haar mond wijselijk dicht. Haar moeder zorgde altijd voor gezonde bruine boterhammen met kaas die ze nu eenmaal niet zo lekker vond als die witte kleffe boterhammen met die zalige bruine basterdsuiker en die liet ze zich niet zomaar ontnemen.

Op een dag toen oma haar weer zag staren naar het statige schilderij zei ze dat als zij er niet meer zou zijn het schilderij voor haar zou zijn. Daar schrok ze van; ten eerste wilde ze dat haar oma er altijd zou zijn maar zo’n belangrijk schilderij dat leek haar een veel te grote verantwoording. Haar oma heeft gelukkig nog lang in haar leven mogen blijven. Ze sliep vredig in op haar drieënnegentigste, vier weken nadat haar grootste wens in vervulling was gegaan: overgrootmoeder worden.  Met haar zoon in de maxicosy sprak ze haar laatste woorden tot oma in het crematorium nog niet wetend welk drama zich in de jaren erna zou afspelen in haar leven.

Na de zelfverkozen dood van de vader van haar kind en de afschuwelijke beschuldigingen van haar zwager en stiefzoons dat zij schuldig geweest zou zijn aan zijn dood willigde ze toch het verzoek van haar zwager in om wat spullen van sentimentele waarde uit hun huis te mogen halen voor haar stiefzoons. Niet wetende dat ze met twee vrachtauto’s en acht man haar huis zouden plunderen en alles waarvan ze dachten dat waarde had mee zouden nemen. Dus ook het stukje wat voor haar van emotionele waarde was; het schilderij van oma. Plots een jonge weduwe met een peuter had ze hier destijds niet zo over nagedacht maar nu was er iets veranderd; ineens was het terugvinden van dit schilderij belangrijk geworden. Ze wist niet zo goed waarom. Wellicht kwam het door de rijke historie van hun nieuwe huis. Haar oma in 1910 geboren had dit geweldig gevonden en was zeker ‘groos’ geweest op haar kleindochter. Helemaal omdat oma op haar twaalfde al als dienstmeisje in dit soort huizen voor rijke mensen werkte. Dus nu voelde ze zich eindelijk ‘verantwoordelijk’ genoeg om dit schilderij een waardig nieuw thuis te geven. Maar in die zeven maanden was het haar niet gelukt om het schilderij te vinden en nu ze dan eindelijk de sleutels zouden krijgen voelde het alsof ze oma gefaald had.

Vannacht had ze over oma gedroomd. Oma was in haar nieuwe huis en liep bewonderend rond. Met indringende ogen nam ze alles in haar op en alsof ze Koningin Juliana zelf was schreed oma van de bordestrap waar ze op haar stond te wachten. Kijk meisje ik ben al in jouw nieuwe huis en zie jou, maar dat wist je al he?! Ze keek naar oma en wist dat het waar was. Jij en ik, sprak oma, waren allebei te vroeg weduwe en je hebt net als ik hard gewerkt voor je kind. Je hebt me allesbehalve gefaald en je hebt het schilderij zelf niet nodig om mij en alles wat we samen beleefd hebben te herinneren; dat neemt niemand jou ooit af.

In de badkamer van het huis wat ze binnenkort zou verlaten mijmerde ze nog na over haar droom terwijl ze de ring die ooit van haar oma was en die ze later van haar moeder had gekregen om haar middelvinger schoof. Ze droeg hem eigenlijk nooit, de ring met granaten in een bloemvorm leek altijd wat te overdreven aan haar tengere vinger. Maar vandaag leek het gepast; zo zou oma nog sterker bij de overdracht van haar nieuwe huis aanwezig zijn.

Annemarie Braun

PS wil je meer informatie over mijn boek ‘Monddood-aan een narcist ontsnapt’ ? Klik dan hier

Corona Compassie

Corona Compassie

Jij die dagelijks leeft met grote angsten, ik zie je. Je zit in mijn spreekkamer meermaals per week. Zonder Corona was je leven al zo zwaar. Nu vrijwel ondoenlijk. De grote angst voor bacteriën, dat je geliefden iets overkomt of dat je op wat voor manier de controle verliest was er al. Maar nu groeit de angst nog groter. Natuurlijk weet je hoofd dat je angsten niet realistisch zijn dat hoeft een ander je niet te vertellen. Maar je hart is zo bang. Nu ga je naar 3 verschillende supermarkten om te hamsteren uit angst voor de oordelen van anderen of durft nergens meer naar toe.

Jij die elke dag het zwarte gat van depressie in moet kijken: ook jou zie ik meermaals per week. Zonder Corona leek de wereld al zo zwart maar nu de tv, radio, krant en social media constant ramp berichten afvuren lijkt alles nog zwarter. Natuurlijk weet je hoofd dat er ook mooie dingen in het leven gebeuren dat hoeft niemand je in te wrijven. Maar je hart kan er gewoon niet bij. Nu sluit je nog meer af en isoleer je je nog meer.

Jij die worstelt met burn-out en volledig opgebrand is, altijd te veel van zichzelf geeist heeft: wekelijks werken we aan het jezelf niet veroordelen omdat je collega’s nu jouw werk moeten doen. Zonder Corona was dit al zo moeilijk maar nu iedereen die een actieve rol heeft in het de maatschappij overeind houden overvraagd wordt vreet het schuldgevoel je haast op.

Jij, kwetsbare oudere, die dagelijks worstelt met de eenzaamheid. Je bent zo dankbaar voor de gesprekken die we wekelijks hebben dat het me telkens ontroert. Zonder Corona was de eenzaamheid al zo groot. Nu word je beschermd door zo weinig mogelijk contact met anderen. Je hoofd weet dat dat voor je gezondheid is maar je hart is zo leeg.

We zijn zo snel met onze oordelen over hamsteren, angstig zijn, het niet licht en positief in kunnen zien, niet kunnen bijdragen in het werk of het toch contact op zoeken terwijl dit afgeraden wordt.

Als we dan elkaars handen niet meer mogen vasthouden kunnen we dan alsjeblieft onze handen op ons eigen hart leggen en tegen de ander zeggen: ik zie je. Ik zie je angst, je worsteling en je pijn. Je mag er zijn. Compassie maakt alles net wat lichter.

Liefs,

Annemarie Braun

Gebroken

Positief denken, een illusie?

Positief denken, het negatieve omdraaien naar het positieve en vooral alles wat negatief is meteen loslaten is nu de trend. Maar ik krijg acuut jeuk van al die “positief denken goeroes” die overal te pas en te onpas opduiken. Wat een onzin: er kan toch geen dag zijn zonder nacht. Geen licht zonder duisternis.

In mijn praktijk zie ik ook zoveel mensen worstelen met die hele “positief denken beweging”. Zich zelfs schuldig voelen als ze zich gewoon rot voelen. Zeker het type mens, waar ik me in gespecialiseerd heb, dat altijd doorgaat. Dit noem ik de harde werkers (zie mijn vorige blog) die overtuigd zijn dat als je maar hard genoeg je best doet dan……. worstelen met dit “mode” verschijnsel dat ook onze Social Media in greep lijkt te hebben.

Het hebben van gevoelens en gedachten is volkomen normaal en natuurlijk. Tegen “negatieve” gevoelens (ook zoiets wie heeft ooit bedacht dat minder fijne gevoelens als pijn, angst, boosheid en verdriet “negatief” zijn) vechten is niet alleen een stukje van jezelf ontzeggen. Maar maakt de relatie met jezelf steeds complexer. Het creëert een innerlijk conflict en dus stress. Het soort stress wat snel chronisch wordt. Hetzelfde geldt voor negatieve gedachten; ook die hebben we allemaal. Het “wegpoetsen” van die gedachten vergt veel energie. Terwijl ze toestaan NIET hetzelfde is als er in geloven en het onderdeel laten zijn van wie je bent.

Gevoelens en gedachten er laten zijn brengt je juist dichter bij wie je bent. In het hier en nu zijn, het leven ontvangen maakt je authentiek, mens en vooral heel. De bonus is dat als je het toelaat er ook weer echte ruimte is voor iets anders. Iets echts, niet iets wat door een of andere “positief denken goeroe” bedacht is. Hoe ik dit zelf op dagelijkse basis ervaar lees je hieronder naar aanleiding van een recent voorbeeld uit mijn eigen leven daarna zal ik het hoe en wat van het toelaten van gevoelens en gedachten uitleggen.

==

Mijn man liet HET GLAS uit zijn handen vallen en het landde het in duizend stukjes op de grond. Mijn blauwe Starbucks thee glas, ruim 20 jaar geleden gekocht in de Verenigde Staten. Het eerste wat ik kocht toen ik geëmigreerd was. Sindsdien drink ik er elke dag thee uit. Het glas was de hele wereld al over geweest; had relaties, mijn remigratie na 5 jaar en heel veel meer doorstaan zonder ook maar een scheurtje of een barstje. Dat glas was een dagelijks ritueel voor mij en hoorde gewoon bij me.

Maar het glas brak niet alleen, ik brak ook. Net als het glas lag ik ineens in duizend scherven op de grond. Terwijl mijn hoofd zei: “het is een glas, het is maar een ding” zei mijn hart iets heel anders. Mijn hart begon me te vertellen dat niet alleen het glas maar ook ik gebroken was. Veel belangrijke dingen in mijn leven waren plotsklaps veranderd, nieuw en voelde kwetsbaar.

Vijf maanden geleden heb ik een operatie ondergaan voor endometriose (zie mijn vorige blog) Het herstel van de operatie verliep moeizaam en langzaam. De operatie bleek complexer dan de artsen hadden verwacht. Het weefsel was door en op veel van mijn organen gegroeid en ook mijn baarmoeder en laatste eierstok konden niet behouden blijven. Diverse complicaties zorgde voor meerdere ziekenhuis opnames en een vertraagd herstel. Tegelijkertijd vierden de opvliegers en stemmingswisselingen vanwege de plotse menopauze hoogtij. Mijn leven lag dus eigenlijk totaal overhoop. Maar mijn eigen zaak moest wel overeind gehouden worden zonder mijn aanwezigheid. Ik stond duidelijk op de overlevingsstand: regelde vanuit het ziekenhuis of thuis in bed vervanging voor de yogalessen, probeerde elke dag of ik al wat yogahoudingen kon doen en stelde doelen voor mezelf. Ik leefde dus in de toekomst en niet in het hier en nu.

Tot ik brak, toen mijn glas brak. Manlief vloog direct op eBay op zoek naar dit glas. Hij wilde zijn meisje weer laten lachen als een ware “positief denken goeroe” en voelde zich schuldig voor iets wat per ongeluk gebeurd was. En wat een geluk: het bleek een limited edition te zijn die rare Amerikanen nog helemaal nieuw in een doos hadden bewaard. Voor wat dollars liet manlief deze zo naar Nederland vliegen. Die Ebay’ers moesten eens weten dat ik al 20 jaar dat limited edition glas elke dag gewoon gebruikt had en (nog erger) zelfs in de vaatwasser zette. Natuurlijk was ik oprecht blij (het is buiten de geschiedenis om gewoon ook een superfijn glas) maar vooral ontroerd door zijn poging. Zoonlief sprak de lieve woorden: “sorry mama dit zijn zoveel scherven die kan ik ook echt niet meer lijmen” toen hij mij zo zag huilen.

Zoonlief sprak de waarheid: voor het glas maar meer nog voor mij. Mijn gevoelens waren niet te lijmen; er was in mij gewoon heel veel verdriet, pijn, angst en boosheid. Dus besloot ik mezelf dit toe te staan om te voelen wat er echt was. Ik ben terug in het hier en nu gestapt door mezelf weer toe te staan te voelen.

Mijn angst voor de toekomst; ik had het gevoel met lege handen te staan; opnieuw te moeten beginnen met een lijf dat ik nog niet ken maar wel van mij is, mag er zijn. Mijn boosheid over dat ik me in de steek gelaten voelde door sommigen en teleurstelling dat er mensen zijn die zakelijk bewust gebruik hebben gemaakt van mijn kwetsbare situatie mag er ook zijn. Mijn verdriet over het verlies van hoe mijn lijf ooit was, mag er zijn. De onzekerheid over of het nu, na 4 operaties in de afgelopen 8 jaar, ook echt klaar is met de endometriose mag er zijn.

Alles mag er weer zijn maar ik koppel geen conclusies, oordelen of betekenissen aan mijn gevoelens en gedachten.

==

Het hebben van gevoelens en gedachten is volkomen normaal en natuurlijk. Tegen gevoelens en gedachten vechten, ontkennen of opleuken door zo het zogenaamd “positief denken” maakt niet dat ze miraculeus verdwijnen. Hiermee creëer je slechts een innerlijk conflict. Het enige wat gevoelens maar ook gedachten echt willen is gezien en erkend worden voor wat ze zijn.

Dit betekent overigens niet dat je je dan voorgoed volledig in de ellende stort en een hekel aan jezelf krijgt. Het gaat erom dat je gedachten en gevoelens leert zien voor wat ze zijn: momentopnames. Onze gevoelens en gedachten bepalen niet onze identiteit, ze zijn niet wie we zijn.

In de yogalessen vergelijk ik onze gevoelens en gedachten vaak met onze ademstroom. Deze komt tot je en gaat weer bij je vandaan. Het leven stroomt letterlijk door je heen. Hetzelfde geldt voor gedachten en gevoelens.

Gedachten en gevoelens zijn dus geen enkel probleem zo lang je er maar geen betekenis, verhaal, oordeel aankoppelt of jouw identiteit eraan ontleent. Je BENT NIET verdriet/boosheid/angst/blijdschap er IS op DIT moment verdriet/boosheid/angst/ blijdschap in jou.

Omdat je negatieve gedachten HEBT wil niet zeggen dat jij ook negatief BENT. Besef dat als je gevoelens en gedachten bevecht/ontkent/beoordeelt/opleukt of ze iets over jou laten zeggen dat je dan vecht tegen de stroom van het leven in jou. Dit is hoe je innerlijke stress creëert en steeds verder bij jezelf vandaan komt te staan.

Ontvang alles wat er op je pad komt; voel wat je voelt, denk wat je denkt, accepteer het volledig zoals het is en zoals het niet is en verander niets. Blijf in het hier en nu door je aandacht bij je adem te houden (je adem gebeurt tenslotte altijd nu) maar laat het daarbij en je zult zien dat de levensstroom je vanzelf weer iets anders brengt.

Besef dat alle verhalen, betekenissen en oordelen die je aan je gedachten en gevoelens koppelt voortkomen uit het verleden of uit angst voor de toekomst. Maar het verleden bestaat niet meer, zelfs het recente verleden, en de toekomst bestaat nog niet, ook al lijkt het heel nabij. Dus is het niet nodig om het verleden of de toekomst ook maar enige waarde te laten geven aan wat er in het hier en nu IS.

Het bijzondere is dat als je niet tegen vecht tegen je gevoelens en gedachten of ze ontkent of opleukt er dan ineens momenten zijn waarop er weer ruimte is voor iets anders. Zo kon ik steeds vaker ook weer intense dankbaarheid voelen voor wat er wel was gewoon hier en nu. Bijvoorbeeld de zorg en steun uit mijn directe omgeving en de vele kaartjes, bloemen, berichtjes, bezoekjes en zelfs cadeautjes uit de meest onverwachte hoeken.

Ik mediteer, wandel, doe ademhalingsoefeningen en beoefen yoga om me te helpen gewoon te zijn bij wat er wel en niet is. Zijn bij wat er NU is geeft me ruimte maar geen “instant happiness”. Sommige momentopnames (gevoelens/gedachten) duren nu eenmaal langer dan anderen. En natuurlijk, zoals je ook hebt kunnen lezen in mijn voorbeeld, gebeurt het regelmatig dat we toch weer in een verhaal, betekenis of oordeel stappen. Zodra je dit opmerkt (bij mij was dat in het voorbeeld het moment dat mijn glas brak) wees dan vriendelijk voor jezelf en breng jezelf terug naar het hier en nu.

Geduld is een schone zaak zei mijn oma al en dat is soms nodig met het leven nemen zoals het is. Maar in mijn ogen is dat de enige manier om te zijn wie je werkelijk bent nu. Het helpt mij om mezelf als een journalist te zien die verslag uitbrengt over wat er gebeurt in en met Annemarie. Zo blijf ik nieuwsgierig naar wat er is en hoe het zich ontwikkelt zonder oordeel. Dus ik ben en blijf benieuwd naar wie ik nu ben en word nu dat er zoveel verandert en leeft in mij.

Het leven verandert continue en het leven stroomt in ons dus wij veranderen continue. Geen enkel gevoel of gedachte staat vast of bepaalt je identiteit als je de levensstroom toestaat door je heen te gaan zonder oordelen, betekenissen of verhalen uit het verleden.

Dus in plaats van het veel gebruikte “Let it go” zou ik willen zeggen “Let it flow”.

Liefs,

Annemarie

De moed vinden om alles in liefde te omarmen

Soms kijk je even recht in de spiegel van je eigen valkuil en is het niet makkelijk om de moed te vinden om alles in liefde te omarmen. Als psychodynamisch therapeut heb ik mij gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met dezelfde valkuil als waar ik zelf mee worstel in het leven. Dit werkt heel goed. Cliënten voelen direct aan dat je ze niet alleen begrijpt maar ook écht weet waar ze het over hebben.

Mijn doelgroep zijn harde werkers; mensen die als krachtig en sterk gezien worden door de buitenwereld. Ze zijn “nodig” en hebben hun identiteit hieraan ontleend. Maar tegelijkertijd voelen ze zich leeg, eenzaam en moe van al dat sterk en nodig zijn en harde werken maar kunnen hier niet mee naar buiten treden. Ze weten niet meer wie ze diep van binnen zijn zonder al dat harde werken, sterk, nodig en krachtig zijn. Ik ben een zelfbenoemde ONT-moet specialist. Wat ik daarmee bedoel is dat ik je leer om niet meer vanuit “moeten” te leven. Door te ONT-moeten, ontmoet jezelf weer; kom je weer in contact met wie jij werkelijk bent voorbij dat stuk nodig zijn en is er weer ruimte voor jou.

De weg die ik hier zelf in gevonden heb is niet gladjes en zonder mijn valkuil. Want terwijl de maand maart tot Endometriose Awareness maand is uitgeroepen betekent deze maand voor mij dat ik in afwachting ben van mijn vierde endometriose operatie begin april. Ditmaal een behoorlijke complexe en grote operatie waarbij mijn baarmoeder en een stukje van mijn darm verwijderd worden en endometriose weefsel van o.a. urineleiders en darmwand afgehaald worden. Met een verblijf van een week in het ziekenhuis en een totaal herstel van 3 maanden. (Als je niet weet wat endometriose is, kan ik het niet laten om je in deze Endometriose Awareness maand te verwijzen naar: http://endometriose.nl/)

En met “mijn harde werker valkuil” is dit een worsteling waar ik veel van leer. Het leven met deze chronische aandoening is sowieso één groot leerproces voor me. Want omgaan met een aandoening die zo ontzettend veel van je tijd, levensvreugde, energie en aandacht kost roept behoorlijk wat op.

Innerlijk voel ik angst en onzekerheid. Regelmatig (2/3 van de maand heb ik intense pijn) zou ik het liefst als een klein meisje op schoot gaan zitten en iemand me laten vertellen dat alles goed komt. Echter dit komt niet overeen met het beeld wat ik ooit van mezelf gecreëerd heb. Ooit heb ik mezelf verteld dat ik weliswaar fysiek klein ben met mijn krappe 1.60m maar dat ik innerlijk groot en sterk ben. Zeuren en klagen over pijn en angst hoort niet bij het beeld dat ik heb van mezelf. Laat staan het vragen om hulp en steun. Dat betekent dus dat ik mijn aandoening grotendeels verberg.

Boos ben ik vaak op mijn lijf dat het me zo in de steek laat. Vreselijk dat mijn buik zo vaak zo gezwollen is dat het in de weg zit bij het geven van yoga lessen geven of mijn eigen beoefening. En ja, ik schaam me ook regelmatig voor die “4 maanden zwanger buik” en probeer hem te verbergen onder losse shirtjes. Maar voor mij nog belangrijker: door de endometriose voel ik me minder sterk. Mijn lijf maakt me onzeker omdat endometriose zo grillig is. Binnen enkele minuten kan ik ineens krom lopen van de pijn en met heftige darmproblemen kampen. Gewoon zo maar, zonder aanleiding. Het feit dat het ieder moment wel of niet kan gebeuren brengt ook dagelijkse onzekerheid mee.

Het voelt ook oneerlijk. Als echte harde werker ben ik zeer gedisciplineerd als het om mijn lichamelijke en geestelijke gezondheid gaat: ik eet en leef zeer gezond en bewust. Maar (en let op hier komt “mijn harde werker valkuil”) endometriose laat zich niet beheersen. Zelfs eten is een opgave geworden. Omdat mijn darmen door de endometriose zo gevoelig zijn geworden en op alles reageren eet ik “raar”; zo min mogelijk belastend. Als mensen erachter komen hoe ik eet is er altijd commentaar en advies. Dus verberg ik voor velen ook mijn “rare” eetpatroon en voel ik me bezwaard om buiten de deur te moeten vragen om aanpassingen. Voor “mijn valkuil” voelt het dan alsof ik zwak ben en aandacht vraag.

Als het om mijn werkzame leven gaat ben ik met “mijn harde werker valkuil” aan de ene kant gezegend om “eigen baas” te zijn en aan de andere kant “vervloekt”. Want ik heb het geluk te kunnen doen waar mijn hart blij van wordt en kan mijn eigen tijden bepalen. Zo kan ik mijn werkzaamheden om mijn ziekte heen plannen dacht ik (en dus ook stiekem ook: verbergen dat ik “ziek” ben). Maar dat blijkt heel lastig met endometriose omdat het zo grillig is. Meestal weet ik niet wanneer “het” opspeelt en dus wel of niet bepaalde zaken ook écht aankan. En een sessie afzeggen of een les laten vervallen? Grote uitdaging voor mijn “harde werkers” valkuil. Dat doe ik maar zelden.

Yogaleden en cliënten blijven klanten en die betalen mij niet om lastiggevallen te worden met mijn problematiek. Ik ben er voor hen: om ze te laten ontspannen, zich weer goed in hun vel te laten voelen en te laten ONT-moeten. Alle keren dat ik hoorde dat er weer een operatie of onderzoek noodzakelijk was, is mijn eerste gedachte geweest: “maar hoe moet dat dan met mijn werk?”. Harde werkers vind je overal van huisman/vrouw tot topondernemer/manager maar één ding hebben ze gemeen: ze zijn in de ogen van anderen groot en sterk, je kunt op ze leunen en ze lossen altijd alle problemen op.

Dus pas als ik “gezorgd” heb voor mijn klanten door vervanging te regelen etc. kan ik voelen wat het met mij doet. Maar als ik dan alles zakelijk ondervangen heb, is het heel spannend om aan mijn “klanten” te vertellen dat ik er zelf een periode niet ben. Mensen hechten zich nu eenmaal aan iemand bij wie ze even helemaal zichzelf kunnen zijn tijdens een les of sessie. Dat begrijp ik ook echt. Maar mijn angst dat klanten wegblijven, hoe goed en ervaren mijn vervangers ook zijn, is groot. Dat het gebeurt, weet ik vanuit mijn vorige ervaringen. Dat kan ik niet voorkomen en dat maakt mij kwetsbaar.

Dus hoe doe ik dat omgaan met “mijn harde werker valkuil”?. Het klinkt heel simpel maar is voor mij een dagelijkse oefening: door mezelf te (h)erkennen en simpelweg aanwezig te zijn bij wat er is en wat er niet is. Mezelf toe te staan al het bovenstaande wat ik dagelijks voel te mogen voelen en het daarmee aan mijzelf te laten zien en soms ook aan anderen. Mezelf gunnen dat ik er volledig mag zijn zoals ik ben en zoals ik niet ben. Dit blog is daar een goed voorbeeld van. Heel spannend en kwetsbaar en toch helpt het enorm om echt bij mezelf te blijven, eerlijk te zijn, te mogen voelen en me te laten zien. Het haalt de eenzaamheid en de leegte eruit. Het maakt dat ik weer heb kunnen ontdekken wie ik ben voorbij dat stuk nodig zijn. Ik ben zoveel meer dan groot, sterk en nodig. Mijn bestaansrecht hoef ik niet langer uit te ontlenen uit “mijn harde werker valkuil”. Het niet meer te hoeven overleven in plaats van écht te leven is een enorme bevrijding.

Het maakt ook het contact met anderen anders. Want waar ik achter ben gekomen is dat het weliswaar lijkt alsof deze “harde werker valkuil” ontzettend fijn voor anderen is, is dat niet altijd het geval. Het maakt relaties ongelijkwaardig. Anderen hebben het gevoel altijd bij jou aan te kunnen kloppen maar er nooit eens voor jou te kunnen zijn. Op den duur gaat dat wringen. Het lijkt bij jou altijd zo makkelijk en soepel te verlopen terwijl zij dagelijks de strijd met het leven aangaan. Dat dit niet de realiteit is, weten ze niet. Dat jij vaak thuis achter de gesloten gordijnen je leeg, moe en eenzaam voelt en geen idee hebt wie je nu werkelijk bent, blijft buiten schot. Dat creëert op termijn afstand in relaties en vriendschappen. Natuurlijk zijn er ook mensen die het wel prima vinden zo. Maar dat zijn geen vrienden; dat zijn “gebruikers”. Die zullen inderdaad uit je leven verdwijnen. Wat een opluchting en energie geeft dat!

Overigens maakt mijn nieuwe manier van omgaan met mijn valkuil mijn angst voor de komende operatie niet minder. Een endometriose operatie is erg onvoorspelbaar. Omdat endometriose niet zichtbaar is op een echo en maar moeilijk op een MRI weten de gynaecoloog en chirurg pas echt wat er moet gebeuren als ze aan het opereren zijn. Mijn vorige operatie zou oorspronkelijk een kwartier duren maar duurde uiteindelijk 3,5 uur. Ze vonden ongelooflijk veel endometriose weefsel wat niet vooraf zichtbaar was geweest en bovendien waren ook mijn beide eileiders en 1,5 eierstok verwijderd omdat ook die “besmet” bleken tijdens de operatie. Voor mij een hele andere operatie en herstel dan ik verwacht had. Dus ik weet dat ik nu niet weet hoe ik wakker word en hoe mijn herstel verloopt, dat zal ik echt moeten afwachten en dat vind ik super eng en maakt me kwetsbaar.

Maar ik omarm mijn kwetsbaarheid, angst, boosheid en onzekerheid inmiddels in liefde. Dat maakt het lijden echt zachter. Het betekent voor mij overigens niet dat ik de endometriose als een cadeau zie waardoor ik nu beter in het leven sta. Het mag wat mij betreft zijn zoals het is: een rot aandoening. Het is simpelweg zoals het is en ik hoef het niet als cadeau te ervaren om mezelf te zien en erkennen.

Ben jij ook zo’n harde werker? Hoe ga jij er mee om? Ik zou het super moedig van je vinden om dit met me te delen. Of het nu hieronder in een reactie is of in een persoonlijk berichtje. Delen helpt, dus gun het jezelf.

Deed dit blog iets met jou?  mag ik dan vragen dit blog te delen? Door te delen kun je misschien nog iemand bereiken die wat aan dit blog heeft. Alvast mijn dank.

Liefs, Annemarie (lees hier meer over mij)

Ik eindig met een stukje van Jeff Foster:

 Genezen, vertrouw op het proces

Soms moet je toelaten dat je je slechter voelt om je beter te kunnen voelen. Soms moet je de hoop verliezen dat je ooit nog beter wordt; dan begin je je beter te voelen. Soms vraagt genezing erom heel alert te blijven als krachtige energiegolven door je lichaam gaan. Soms schudt het lichaam, schokt het, rilt het, doet het pijn, zweet het, brandt het terwijl het zich bevrijdt van giftige stoffen of opgekropte spanningen loslaat.

  Het denken zegt: “Het gaat slechter met me” Het hart weet dat het helemaal goed zit.

Werkelijk genezen is niet het verwijderen van symptomen die aan de oppervlakte zijn gekomen, maar moed en vertrouwen in het lichaam en verbinding met de ademhaling en weten dat symptomen heviger kunnen worden voordat ze verdwijnen. En het kan zijn dat ze nooit verdwijnen.

Toch kun je dan nog steeds verliefd op jezelf worden zoals je bent, ondanks de toekomst en kun je op je knieën vallen uit dankbaarheid omdat je weer een dag gekregen hebt op de kostbare aarde.

  Misschien was het feit dat je je slechter ging voelen wel het beste wat je ooit is overkomen. Want nooit heb je de aanwezigheid van de liefde zo helder gevoeld en is je weg zo duidelijk geweest en heb je je zo levend gevoeld.

Het is jouw schuld!

Waarom is de schuldvraag toch zo belangrijk voor ons?

Afgelopen week had ik een ontzettend fijn en inspirerend gesprek met een geweldig leuke jonge vrouw. Ze vroeg me: “Annemarie, hoe komt dat nou dat mensen zo graag iemand de schuld van iets willen geven?”. Deze vraag kwam naar aanleiding van een vreselijk ongeluk nog niet zo lang geleden in de omgeving waar wij beiden wonen. Nu bleek dat in dit geval de schuld lag bij een machine. Maar het was een groot onderwerp van gesprek geweest in onze omgeving.

De politie was expres zo snel mogelijk naar buiten gekomen met het feit dat dit vreselijke ongeval toch echt door de machine en niet door een persoon kwam. Het leek wel of iedereen het nog belangrijker vond te benadrukken dat het niet de schuld was van een persoon verwikkeld in het ongeluk, dan hoe verdrietig de hele situatie was voor alle betrokkenen.

“Want we maken toch allemaal fouten?” vroeg ze verder. Ik vertelde haar dat dit inderdaad het geval is. Op dagelijkse basis maken we allemaal “fouten”, zijn we verminderd alert, doen we iets wat eigenlijk niet mag of trappen we in paniek op het gaspedaal in plaats van op de rem. Dat doen we allemaal, dat maakt ons mens. Het is ook over het algemeen geen probleem. Totdat onze verminderde alertheid, fout, paniek of iets wat niet mag desastreuze gevolgen heeft. Als iemand of meerdere personen het leven er door verliest, de fysieke of geestelijke gezondheid van een ander er onder lijdt, de ander of jijzelf op wat voor manier ook grote schade lijdt dan komt er ineens een grote “zoek de boef” hetze op gang.

We lijken dan massaal vergeten te zijn dat we allemaal wel eens een auto in het verkeer niet zien, ons rot schrikken omdat er ineens een kind de weg op komt rennen, dat we even afgeleid zijn, de verkeerde knop indrukken of per ongeluk iets doen of zeggen wat die ander enorm raakt. Dat wij echter op die momenten gewoon stomweg geluk hebben omdat het geen desastreuze gevolgen heeft.

Ik heb het hier niet over bewust onverantwoord gedrag. Maar over die “oeps momenten”. De gevolgen kunnen groot zijn en je moet er de rest van je leven mee leren leven. Maar het gebeurt ons allemaal. Niemand uitgezonderd. En toch, als het een ander gebeurt en het gevolg is desastreus dan voelen we ineens een enorme behoefte om met onze vinger te gaan wijzen. Het is jouw schuld. Hoe kun je nou zo dom zijn. Dat doe je toch niet. Lees alleen maar eens de afschuwelijke reacties op sommigen nieuwsberichten. Zo ben je als je even niet oplet op z’n minst een ongeschikte moeder/vader/mens en dan druk ik het nog heel subtiel uit. Internet gebruikers gebruiken vaak hele andere taal en uiten zelfs de vreselijkste verwensingen.

De reden waarom we dit doen, vertelde ik de jonge vrouw, is om weer het gevoel te krijgen dat we controle hebben over het leven. Het moeilijkste in het leven is om te accepteren dat we allen sterfelijk zijn en we absoluut geen enkele controle hebben. Iedere controle die we denken te hebben is totaal gefingeerd. Dat is moeilijk om te accepteren. Het is moeilijk om te accepteren dat diegenen die wij het meest liefhebben in dit leven ineens van ons weggerukt kunnen worden, dat we en onze geliefden ernstig ziek kunnen worden, dat we werkeloos worden of er alleen voor kunnen komen te staan. Als we werkelijk onder ogen moeten zien dat ons dat iedere dag, de gehele dag door “zo maar” iets vreselijks kan gebeuren is dat haast niet te verteren. Daarom geven we graag iemand of iets de schuld. Dan hebben we zogenaamd de controle terug, dat kan het ons niet gebeuren. Want wij maken dat soort fouten niet, toch?

Maar die overtuiging brengt ook (faal)angst met zich mee en stress en een hang naar perfectionisme. Alles goed doen want dat gaat het niet fout. Dat maakt dat we in een soort kramp kunnen leven. Het kan zelfs zo ver gaan dat het je hele leven beheerst. De angst dat je kinderen iets overkomt, je partner, jezelf of naasten. Dat maakt het leven allesbehalve leuk. Het allermoeilijkste in het leven bevrijdt ons het meest: ACCEPTATIE. Accepteren dat je feilbaar bent, kwetsbaar bent en geen enkele controle hebt anders dan hoe je op situaties reageert. En zelfs dat is lastig als je intens veel pijn hebt, in paniek bent of gewoon moe. Wellicht nog lastiger is het om te accepteren dat anderen net zo feilbaar zijn als jijzelf. Dat de één niet minder fouten maakt dan de ander. Maar dat sommigen van ons de ongelooflijke dikke pech hebben dat het desastreus afloopt.

Hoe mooi zou het zijn als we ook compassie konden voelen voor hen die net als wij dagelijks even niet alert zijn, in paniek raken, afgeleid zijn en daar een ongelooflijk afschuwelijke prijs voor moeten betalen? Een die ze de rest van hun leven bij zich dragen. Als we daar compassie voor kunnen voelen, kunnen we dat ook naar onszelf. Volgens mij is er geen groter geschenk dan dat.

 

Veel liefs, Annemarie

Annemarie Braun is psychodynamisch therapeut, coach en yogadocent. Meer over Annemarie? Klik hier

 

Facebook depressie

De laatste jaren is er heel geleidelijk een nieuw fenomeen in mijn (therapie) praktijk ontstaan. Het is uiteraard geen diagnose en staat als problematiek vrijwel nooit op zichzelf. Maar het kan wel degelijk een zeer grote impact op je leven hebben en bestaande problematiek behoorlijk verergeren. Ik noem het hier, bij gebrek aan een betere benaming, gemakshalve maar even de Facebook depressie.

Het is een verschijnsel waarvan ik durf te stellen dat iedereen die redelijk actief op Facebook is wel eens in meer of mindere mate last van heeft. Wanneer we even niet zo lekker in ons vel zitten (en he die momenten hebben we nu eenmaal allemaal) en we kijken op zo’n moment op Facebook. Dan kan het zomaar binnenkomen alsof iedereen het geweldig naar zijn zin heeft behalve jij. Daar wordt je dipje daar over het algemeen niet beter van. Dat is de milde variant en niet prettig. Maar heb je over het algemeen wel een goed gevoel over jezelf en je leven, dan haal je waarschijnlijk een moment later je schouders op en realiseer je je dat ook jij meestal alleen je leuke momenten post.

Maar worstel je reeds met onzekerheid, gebrek aan zelfvertrouwen of voel je je eenzaam dan kan Facebook een worsteling worden van ups and downs en soms zelfs je leven gaan beheersen. Als je je niet zo zeker van jezelf voelt en je post iets op Facebook zal het veel meer gaan om bevestiging. Het nodig hebben om “geliked” (gezien) te worden zodat je je weer even beter voelt over jezelf.

Ik heb heel verdrietige gesprekken met cliënten die ontzettend veel tijd besteden aan Facebook en hieronder lijden. Foto’s leuker/mooier maken, lang nadenken over catchy teksten, bijhouden hoe lang geleden ze iets gepost hebben en steeds het aantal likes checken. Mochten ze dan niet binnen een bepaalde tijd een bepaald aantal “likes” hebben, schamen ze zich en verwijderen ze snel hun post. Dit uit angst dat anderen zien dat ze geen of te weinig “likes” hebben gekregen. En dit ze vertalen ze dan naar zichzelf als: “zie je wel: ik ben niet goed genoeg”. 

Dezelfde cliënten ervaren op andere momenten, als het aantal beoogde “likes” wel behaald is even een geluksmoment. Maar al snel ontstaat er weer de behoefte om dit opnieuw te “moeten” voelen. Waardoor het proces van de juiste post plaatsen, checken en timen voor likes en de onzekerheid die daar aan te pas komt weer helemaal van begin af aan start.

En dan heb ik het nog niet over het sociale aspect. Facebook lijkt op het eerste oog voor mensen die sociaal wat onzeker zijn zoveel makkelijker dan face-to-face contact, maar is dat in werkelijkheid helemaal niet. Je kunt nog zo’n mooie profiel foto hebben en geweldige posts plaatsen, al je onzekerheden blijven. Alle aspecten van sociale onzekerheden worden zelfs onder een vergrootglas gelegd. Al je Facebook “moves” worden immers door iedereen gezien en kunnen door iedereen gedeeld en eventueel zelfs belachelijk gemaakt worden. Je bent zo naakt en kwetsbaar. Kritiek op Facebook is vaak nog harder en publiekelijk dan in het echte leven.

De vergelijking met de middelbare school is snel getrokken. Er zijn de populaire Facebook vrienden die bij alles wat ze plaatsen uit het niets tig “likes” krijgen. Dit zijn soms posts die niet perse jouw mening weergeven of die je leuk vindt maar waarvan het als belangrijk voelt om toch te “liken” want anders hoor je er niet bij. Ook zijn er posts die je juist wel leuk/goed vindt maar die je niet durft te liken/delen omdat je vreest dat vrienden die dit zien dit niet kunnen waarderen of (vanuit eigen belang) uit angst dat ze beter zijn dan jouw posts.

En net als op de middelbare school zijn er ook Facebook vrienden die je “moet” hebben om erbij te horen. Maar ook Facebook “vrienden” die je ondanks dat je ze niet aardig vindt niet durft te ontvrienden uit angst voor hun reactie. Net als de meeste echt populaire kinderen uit de klas zijn dit soort Facebook vrienden vaak niet erg vriendelijk als je ze de (virtuele) rug toe keert. Met als gevolg de gevreesde keiharde Facebook sneer.

Naast het bovenstaande hoor ik ook vaak de angst iets te missen. Of het nu een verjaardag of een belangrijk nieuwsitem is, de kans dat we iets missen is beangstigend. Informatie lijkt ons een gevoel van controle te geven. Een soort van “kennis is macht”. Ook hier speelt wederom een sociaal aspect vanuit de angst om uitgelachen te worden, er niet bij te horen omdat je iets niet weet. Of niet aardig gevonden te worden omdat je iemands verjaardag miste.

Aan de zogenaamde Facebook depressie ligt een diep gevoel ten grondslag. De angst er niet bij te mogen horen, niet goed genoeg te zijn, niet gezien te worden en alleen te zijn. Al die tijd dat je zo je best doet op Facebook zou zoveel waardevoller zijn als je die zou gebruiken om te werken aan de enige relatie waarvan je echt 100% zeker weet dat je die je hele leven lang zult hebben: die met jezelf. Je mag jezelf zijn, genieten van wat jij leuk vindt en je bent altijd, echt altijd: goed genoeg!

Dit blog moest ik schrijven. Gewoon omdat ik elke dag weer merk hoe Facebook zo ingrijpend kan zijn in het dagelijks leven van mensen. Tijdens mijn opleiding is dit nooit aan bod gekomen simpelweg omdat Facebook toen nog niet zo aanwezig was in Nederland. Maar inmiddels heb ik mezelf als therapeut en coach aangeleerd om naar het gebruik van social media te vragen. Als je een collega bent en je doet dit nog niet wil ik aanmoedigen dit ook te gaan doen. Het is vaak al een opluchting voor mensen om er simpelweg over te kunnen praten.

Het klinkt hypocriet want ook ik maak rijkelijk gebruik van Facebook, maar toch wil ik jou (en mezelf) bij deze uitdagen om Facebook alleen te gebruiken voor zaken waar je echt blij van wordt en het dan weg te leggen. Valkuilen en struikelblokken genoeg hier. Bij mij zijn dat de momenten dat ik even niets te doen heb. Ik leid een druk leven en die momenten zijn vaak maar kort dus het is echt veel gezonder om dan even helemaal van het hier en nu te genieten. Wat is jouw struikelblok als het om Facebook gaat?

Ik hoor het graag van je!

Liefs, Annemarie

zeg maar niets

Ik zeg maar niets

Steeds vaker denk ik: “zeg maar niets”. Steeds vaker zeg ik: “denk maar niets”. Daarna ga ik stoeien met de gedachte of dit dan niet slap is dat ik niets denk en zeg. Het maakt dat ik steeds minder vaker “een mening heb” en dat is maatschappelijk gezien niet zo geaccepteerd. Waar ik het over heb? Over: Oordelen.

Nog niet zo lang geleden zag ik op Facebook de volgende uitspraak voorbij komen: “You know my name, but you don’t know my story”. Dit raakte me. Het is namelijk iets wat ik vaak in mijn leven ben tegengekomen. Mensen hebben vaak een oordeel over mij (gehad), een oordeel wat ze baseren over iets wat ze denken te zien. Er zijn periodes dat mijn leven hierdoor allerminst makkelijk te noemen is geweest. Wellicht is dat hetgeen waardoor oordelen voor mij steeds moeilijker wordt. Ik ken de andere kant van de medaille.

We doen het natuurlijk allemaal en vaak ook onbewust. We denken iets te zien bij een ander of in een situatie (let op ik gebruik hier bewust: we denken iets te zien) en hup dat moet in een hokje geplaatst worden. We zien bijvoorbeeld een gezette vrouw ongezond voedsel eten en denken: “ja, zo is het gekomen, daarom ben jij dik”. Dik vinden we dan niet goed of niet mooi of niet gezond of blijken van niet gedisciplineerd genoeg zijn en als we niet uitkijken, gaan we ook nog in veroordelen: “Eigen schuld dus!”

Waarom doen we dat? Want is dat wel zo? We kennen haar niet en wellicht eet de persoon in kwestie al haar hele leven gezond en staat ze zichzelf vandaag even iets ongezonds toe (doen we dat niet allemaal weleens?) of lijdt ze aan een ziekte of is het simpelweg iemands genetische bouw of wellicht is eten de enige troost in haar leven. Iemand dik vinden is ook al zoiets, want dat is erg relatief en subjectief. Objectief gezien kun je eigenlijk alleen maar zeggen dat één dikker of dunner is dan de ander en dat betekent verder niets.

We oordelen omdat het voor ons denken makkelijker is. We hebben bepaalde normen en waarden ooit opgedaan en als iets daar binnen valt dan past het in dat hokje. Maar we doen het ook vanwege de vergelijking met onszelf. Want als je je op een bepaald gebied niet zeker over jezelf voelt dan helpt het om anderen als slechter te zien. Het geeft ons even een beter gevoel over onszelf.

Ook mijn werk als therapeut maakt dat ik steeds minder vaak een mening heb. De verhalen van een cliënt zijn zo veel interessanter, belangrijker dan een oordeel. Het bijzondere aan mijn werk vind ik dat iedere cliënt een eigen verhaal, een eigen waarom heeft en dat ik daar naar mag luisteren. Mocht ik toch een oordeel over een cliënt hebben die bij me binnenkomt valt deze eigenlijk direct weg als ik zijn of haar verhaal hoor. Dat is precies wat mist bij een oordeel op het eerste gezicht. Het verhaal erachter. Als we dat niet kennen, dan kan ons hoofd er een verhaal van maken en er dus een oordeel over hebben.

ik zeg maar niets blog foto

Is het erg om een oordeel hebben? Dat kan inderdaad heel erg zijn. Mensen die vanuit een oordeel veroordeeld worden hebben het zwaar. Ze worden buiten de groep geplaatst en raken in een isolement. Als je weet dat “erbij horen” een primaire behoefte voor mensen is dan weet je ook dat er niet bij horen diep in iemands ziel raakt.

Kinderen uiten hun oordeel vaak sneller dan wij. We noemen dat dan pesten. Met alle social media van deze tijd kan dit heel grootschalig worden. Steeds meer schrijnende verhalen bereiken ons dan ook via de media. Maar ook die berichten die de media niet halen zijn schrijnend, want opgroeien in een sociaal isolement draag je de rest van je leven bij je. Het vernietigt je zelfbeeld. In mijn praktijk zie ik zo vaak volwassenen die als kind gepest zijn. Soms wel meer dan 30 jaar geleden en daar nog elke dag last van hebben. Alleen maar omdat anderen een oordeel hadden.

Maar ook wij als volwassenen kunnen er wat van. Wij uiten het wellicht niet altijd zo direct als kinderen. We houden het wellicht voor ons, maar wel bij ons. Want hoe klein het (voor-)oordeel ook is, het is een label dat je nu aan die persoon gegeven hebt. De volgende keer dat je die persoon ontmoet reageer je (onbewust) vanuit dit label en kom je zo nooit achter het verhaal van deze persoon en zal het contact zich dus ook nooit verdiepen.

Op internet zijn volwassenen vaak zelfs nog erger dan kinderen. Oordelen over bekende en onbekende mensen die (meestal ongevraagd) in het nieuws terecht komen zijn vaak zo beledigend en mensonterend dat ik al enige tijd de reacties op nieuwsberichten mijd. Zelfs “gewone” posts op social media kunnen hele sterke oordelen opleveren. Kennelijk maakt de anonimiteit van het internet dat mensen zich vrij voelen om anderen openlijk te veroordelen. Mijn gedachte is dan: niet reageren kost minder tijd en energie en laat de ander in zijn waarde.

En wat doet het feit dat we weten dat als wij oordelen over anderen hebben, zij die dus ook over ons hebben met ons? Oordelen waar we geen invloed op hebben, net zo min als de mensen waar wij oordelen over hebben invloed hebben op onze oordelen simpel en alleen omdat we het verhaal niet willen horen? Bij veel mensen zorgt dit er voor dat ze zichzelf niet meer durven zijn. Proberen te voldoen aan het beeld waarvan ze denken dat de ander graag wil zien. Jezelf openstellen en kwetsbaar zijn is net zo moeilijk als het niet (ver-)oordelen van anderen.

Oordelen is niet makkelijk af te leren, zeker niet omdat het vaak onbewust en zo snel gaat. Maar het is zeker niet onmogelijk. Het begint bij het oprecht geïnteresseerd raken in het verhaal achter de mens, diens verhaal aanhoren met een open mind en aanvullende vragen stellen. Dan kun je je eventueel (en uiteraard mag je daarbij ook je onderbuik gevoel , niet je hoofd, mee laten tellen) een mening vormen.

Máár vraag jezelf ook eens af waarom het eigenlijk zo nodig is om altijd een mening te hebben. Daarnaast: wees ook eens aardig voor jezelf. Laat oordelen over jezelf los. Wees wie je bent, niet wie je vindt dat je zou moeten zijn. Wees kwetsbaar, vertel jouw verhaal. Dat lucht op en maakt ruimte. Ruimte voor jou maar ook voor een ander en diens kwetsbaarheid en verhaal.

De Yogahouding de Duif, Eka Pada Rajakapotasana kan hier goed bij helpen. Fysiek opent de houding het bekken en de onderrug en stretch je het been en de bilpieren. Omdat het bekken in de Yoga wordt gezien als het huis van onze gevoelens helpt dit je mentaal om oude gevoelens en oordelen los te laten. Laat los en geniet van de ruimte die het je geeft!

Open mind, warm heart!

Annemarie