Berichten

Hoe ontstaat de narcistische persoonlijkheidsstoornis?

Niemand was goed genoeg voor Narcissus. De knappe jongeman uit de Griekse mythologie wilde zich aan geen enkele partner binden, maar werd verliefd op zijn eigen spiegelbeeld in het water. Aan de rand van een poel raakte hij zo in de ban van zijn eigen schoonheid, dat hij zijn evenbeeld probeerde te omarmen en uiteindelijk verdronk. In dezelfde mythologie werd nimf Echo verliefd op Narcissus. Zij bleef achter hem aanlopen hoewel hij haar liefde niet beantwoordde. Uiteindelijk bleef er niets van haar over, behalve de echo: de zwakke stem die blijft herhalen wat een ander zegt. Psychologen noemden de narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) naar de man uit deze mythe. Maar als we in deze mythe nimf Echo bestuderen zien we eigenlijk ook wat er met slachtoffers van narcisten gebeurt: er blijft niets van ze over.

Vandaag de dag weten we nog steeds niet precies hoe de aandoening ontstaat. Wel weet men vrijwel zeker dat de oorsprong ligt in een combinatie van nature (erfelijkheid) en nurture (de opvoeding, met name het hechtingsproces). Wat we dankzij neuropsychologisch onderzoek ondertussen wel weten is dat de verhouding tussen denken en voelen bij mensen met NPS uit balans is. Hierbij valt vooral het gevoelstekort en het gebrek aan het zich kunnen inleven in anderen (empathie) op. Er zijn geen medicijnen voor en zeer zelden slaat therapie aan. Als deze al aanslaat betekent dat niet genezing maar een bewustwording van het narcistische gedrag en het aanleren van ander gedrag. Maar deze resultaten worden wereldwijd maar weinig behaald. In eerste plaats omdat de meesten narcisten zelf niet ervaren dat ze een probleem hebben; anderen zijn altijd het probleem.

Aanleg voor iets hebben, erfelijkheid of nature, betekent niet dat je ook daadwerkelijk de stoornis krijgt. Ik vergelijk het vaak met de aanleg voor hooikoorts hebben. Als je met de aanleg voor hooikoorts geboren wordt en je groeit op in de woestijn zal je naar alle waarschijnlijkheid geen hooikoorts krijgen. Groei je echter op in een pollenrijke omgeving ontwikkel je vrijwel zeker hooikoorts. Iemand met de aanleg voor NPS die een veilige hechting met zijn/haar ouders ervaart, voldoende aandacht en liefde krijgt zal naar alle waarschijnlijkheid ook geen NPS ontwikkelen. Gaat het echter mis op het gebied van veilige hechting en/of aandacht en liefde dan is de kans dat iemand NPS ontwikkelt veel groter.

In de kinderjaren worden in de hersenen als het ware de ‘emotionele bedrading’ aangelegd voor het aangaan van relaties met anderen. In de jeugd heeft een kind behoefte aan veilige gehechtheid maar ook aan zelfstandigheid en hierin moeten ouders op basis van de leeftijd van het kind telkens weer een gezonde balans zien te vinden. Aan de behoefte aan veilige hechting wordt niet voldaan als het kind ervaart dat het er niet van op aan kan dat er iemand voor hem/haar is als het honger heeft, bang of op een andere manier kwetsbaar is.Het kind kan dan het vertrouwen in anderen verliezen en het gevoel ontwikkelen dat hij/zij kennelijk niet de moeite waard is.

Als de behoefte aan zelfstandigheid wordt tegengewerkt doordat ouders het opgroeiende kind niet voor zichzelf laten denken handelen kan het kind hierdoor het vertrouwen in zichzelf verliezen. Een kind wat op beide gebieden tekort is gekomen leert niet hoe het met onzekerheid, angst, gevoelens van onvermogen, woede en wantrouwen om moet gaan. Dan kan het kind zichzelf gaan beschermen door zichzelf te gaan overschreeuwen door anderen klein te maken. Het kind zegt dan als het ware: ‘ik ben meer waard dan jullie’ om zichzelf te beschermen. Dat wil echter niet zeggen dat het kind dit ook echt gelooft. Het is een beschermingsmechanisme waar een heel laag gevoel van eigenwaarde onder ligt wat gevoelens van leegte, angst en depressiviteit teweegbrengt. Dit is echter zo bedreigend dat een narcist dit uit de weg gaat door zichzelf als het ware ‘op te blazen’: groter te maken dan dat hij/zij in werkelijkheid is.

Waarom de één zich tot een narcist ontwikkelt en de andere in vergelijkbare omstandigheden niet, is onbekend maar zal ongetwijfeld met erfelijke factoren (nature) te maken hebben. Feit is dat als narcistische zelfverheerlijking als beschermingsmechanisme eenmaal ontwikkeld is dat het, het (volwassen) kind veel energie kost om dit in stand te houden. De narcist moet constant alert zijn dat een ander hem/haar op welk gebied dan ook niet voorbijstreeft en als dat wel gebeurt die ander snel zo klein mogelijk en zichzelf zo groot mogelijk maken. Hierdoor is er te weinig energie over om zich te verplaatsen in hoe anderen zich voelen, maar ook in hoe ze zichzelf voelen. Narcisten hebben onvoldoende geleerd om met emoties om te gaan. Omdat ze eigenlijk het gevoel hebben niet oké te zijn, investeren ze veel energie in het creëren van een ideale persoonlijkheid naar de buitenwereld zodat anderen niet zien dat ze zich niet oké over zichzelf voelen.

De narcist zelf heeft over het algemeen weinig last van zijn aandoening, ze staan zichzelf niet toe contact te maken met hun negatieve zelfbeeld. Het zichzelf overwaarderen is te belangrijk. Ze schermen zich hiermee af voor emoties van anderen en zichzelf waardoor ze zonder gewetenswroeging kunnen liegen, manipuleren kwetsen en over kunnen gaan tot fysieke en/of verbale mishandeling. Hun omgeving lijdt meestal het meest onder hun gedrag.

Besef dat NPS een ernstige aandoening is. We hebben allemaal wel narcistische trekjes maar dat maakt je nog geen narcist in de zin van de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Het woord ‘narcist’ wordt mijns inziens dan ook te vaak ‘zo maar’ gebruikt. Mocht je meer achtergrondinformatie willen luister dan eens naar de podcast die ik opnam over hoe je narcisme herkent (aflevering 1).

Liefs,

Annemarie

PS Wist je al dat mijn boek “Monddood – Aan een narcist ontsnapt’ is verschenen?